matige economische groei 

Hoewel de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis, de coronapandemie, de hoge inflatie en de stijgende rentetarieven een aanzienlijke impact hebben gehad, heeft de Nederlandse economie de afgelopen jaren haar veerkracht bewezen. In de eerste kwartalen van dit jaar was er toch een lichte economische krimp, voornamelijk als gevolg van de afnemende export en consumptie. Voor zowel 2023 als 2024 verwacht het Centraal Planbureau (CPB) een bescheiden economische groei van respectievelijk 0,7% en 1,5%. De koopkracht herstelt na een eerdere forse daling (-1,1% in 2023) dankzij stijgende lonen met 1,8% in 2024. 

armoedebestrijding

Steeds meer huishoudens hebben het moeilijk. Het CPB waarschuwde eerder dit jaar dat als er niets gedaan wordt aan de koopkracht, het aantal mensen in armoede zal stijgen. Het demissionaire kabinet trekt daarom volgend jaar twee miljard euro uit om de stijgende armoede te bestrijden. Het geld gaat vooral naar de verhoging van het kindgebonden budget, de huurtoeslag, de arbeidskorting en de bijstand. Daarmee wordt een toename van het aantal personen onder de armoedegrens voorkomen en daalt het aantal kinderen in armoede, zo stelt het CPB in haar Macro Economische Verkenning (MEV) 2024

demissionair kabinet: gaat de arbeidsmarkthervoming door?

Afgelopen juli heeft het kabinet zijn ontslag ingediend en nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Dit demissionaire kabinet handelt daarom alleen lopende zaken af, en zal dus geen ingrijpende (wets)voorstellen voor behandeling naar de Tweede Kamer sturen. Daarnaast kan de Tweede Kamer beslissen om bepaalde onderwerpen niet te behandelen ofwel controversieel te verklaren. Deze onderwerpen worden dan pas weer besproken als er een nieuw kabinet is aangetreden. Op 12 september heeft de Tweede Kamer gestemd over een lijst met controversiële onderwerpen. Voor wat betreft de hervormingen van de arbeidsmarkt is er vrijwel niets controversieel verklaard. Deze plannen worden dus verder uitgewerkt. Ook veel fiscale onderwerpen zijn ongemoeid gelaten, behalve de invoering van de kilometerheffing voor autorijders en de Wet plan van aanpak witwassen.

Overigens kan de lijst met controversieel verklaarde onderwerpen nog veranderen. Commissies en fracties kunnen nieuwe onderwerpen voordragen en het omgekeerde kan ook gebeuren: een Kamercommissie kan voorstellen om een eerder controversieel verklaard onderwerp toch te behandelen. Ook de Eerste Kamer mag dossiers controversieel verklaren. De lijst van controversiële onderwerpen zoals vastgesteld door de Tweede Kamer op 12 september 2023 vind je hier.

de belangrijkste maatregelen voor jou op een rij

  • premiepercentages sociale verzekeringen

    De premiepercentages volks- en werknemersverzekeringen die werkgevers in 2024 moeten betalen, blijven voor een deel gelijk. Zo blijven de AOW- en de Anw-premie met 17,90% respectievelijk 0,10% in 2024 op hetzelfde niveau als in 2023. Ook de premies voor het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf) veranderen niet. Voor het eerst sinds jaren dalen de gemiddelde premiepercentages voor zowel de WGA als de Ziektewet. De premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) voor zowel de kleine als de grote werkgevers gaat omhoog. 

    In de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid staan de volgende sociale premies voor 2024:

    • Ouderdomsfonds (AOW): 17,90% (2023: 17,90%) 

    • Nabestaandenfonds (ANW): 0,10% (2023: 0,10%) 

    • Awf-laag: 2,64% (2023: 2,64%) 

    • Awf-hoog: 7,64% (2023: 7,64%) 

    • Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo): 0,68% (2023: 0,68%) 

    • Aof-kleine werkgevers: 6,18% (2023: 5,82%) 

    • Aof-grote werkgevers: 7,49% (2023: 7,11%)

    • Uniforme opslag kinderopvang (Aof): 0,50% (2023: 0,50%) 

    • Werkhervattingskas (rekenpremie Whk): 1,22% (2023: 1,53%)

    • de gemiddelde gedifferentieerde WGA-premie: 0,77% (2023: 0,87%)

    • de gemiddelde gedifferentieerde ZW-premie: 0,45% (2023: 0,66%).

    De werkgeversheffing ZVW daalt in 2024 naar 6,57% (2023: 6,68%).Het maximumbijdrageloon voor de ZVW wordt € 71.624 (in 2023 was dit € 66.956). Ook de verlaagde inkomensafhankelijke bijdrage ZVW die geldt voor gepensioneerden en zelfstandig ondernemers daalt in 2024: naar 5,32% (2023: 5,43%).

    De Belastingdienst stuurt eind 2023 aan elke middelgrote en grote werkgever een beschikking met de individueel gedifferentieerde premies en aan elke kleine werkgever een mededeling met de sectorale premies. Voor eigenrisicodragers zijn deze premies nihil.

    tip

    UWV heeft een Premiewijzer ontwikkeld, waarmee werkgevers eenvoudig een schatting van de hoogte van hun gedifferentieerde premie Whk in 2024 kunnen maken.

  • minimumloon

    Het wettelijk minimumloon wordt per 1 januari 2024 niet meer berekend op basis van een minimumweekloon, maar op basis van een minimumuurloon. Dat kan betekenen dat je de medewerkers met een standaard werkweek van meer dan 36 uur (bijvoorbeeld 38 of 40 uur) meer moet gaan betalen.

  • compensatie transitievergoeding

    Werkgevers kunnen in sommige gevallen compensatie van de transitievergoeding aanvragen bij UWV. Het was oorspronkelijk de bedoeling dat er nog een derde compensatieregeling bij kwam, namelijk voor kleine werkgevers die medewerkers moeten ontslaan vanwege bedrijfsbeëindiging door ziekte (of gebreken). Na meerdere keren van uitstel, is nu in de begroting van SZW te lezen dat deze compensatieregeling toch niet doorgaat. Het blijkt niet haalbaar om te beoordelen of de werkgever zijn werkzaamheden niet kan voortzetten vanwege ziekte of beperkingen.

    Het is nog niet bekend wat het maximumbedrag voor de transitievergoeding in 2024 wordt.

  • belastingen

    In het Belastingplan 2024 staan de plannen van het kabinet met betrekking tot de belastingen in Nederland. Bij het Belastingplan biedt het kabinet ook een aantal wetsvoorstellen aan de Tweede Kamer aan. Deze vormen samen het pakket Belastingplan 2024

    De Tweede Kamer en de Eerste Kamer moeten de voorstellen nog goedkeuren. Daarom kunnen er nog veranderingen in de tarieven optreden. 

    In het Belastingplan 2024 staan onder andere de volgende maatregelen. 

    box 1

    In 2024 gaan werknemers en ondernemers voor hun inkomen uit werk en woning (box 1) tot € 75.624 een tarief van 36,97% betalen (nu is dat nog 36,93% tot € 73.031). Voor het deel van het inkomen boven de € 75.624 blijft het tarief 49,50%. Voor AOW-gerechtigden gelden lagere tarieven.

    box 2

    In box 2 wordt belasting geheven over aandelen, opties en winstbewijzen van een vennootschap. Per 2024 komen er twee tarieven in box 2: een basistarief van 24,5% voor de eerste € 67.000 aan inkomsten per belastingplichtige en een tarief van 31% voor het meerdere.

    box 3

    Het tarief van de heffing in box 3 (de zogeheten vermogensbelasting) gaat per 2024 omhoog van 32% naar 34%. Het vermogen dat is vrijgesteld van belasting blijft gelijk op € 57.000. Voor fiscaal partners betekent dit een vrijstelling van € 114.000 in 2024. Bij een groter vermogen moeten mensen dus meer belasting gaan betalen. 

    heffingskortingen

    De heffingskortingen stijgen per 1 januari 2024:

    • de algemene heffingskorting onder AOW-leeftijd wordt € 3.374 (2023: € 3.070)

    • de maximale arbeidskorting stijgt naar € 5.553 (2023: € 5.052)

    • de ouderenkorting voor stellen stijgt naar maximaal € 2.017 (2023: € 1.835) 

    • de alleenstaande ouderenkorting stijgt naar € 526 (2023: € 478)

    • de inkomensafhankelijke combinatiekorting stijgt naar maximaal € 2.961 (2023: € 2.694).

    werkkostenregeling

    De vrije ruimte in de werkkostenregeling (WKR) gaat per 1 januari 2024 weer terug naar 1,92% voor de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom. Voor het bedrag boven € 400.000 geldt in 2024 een percentage van 1,18% (net als in 2023). De vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom is in 2023 tijdelijk verruimd naar 3%. 

    thuiswerkkostenvergoeding

    Naar verwachting gaat de onbelaste vergoeding voor de kosten van het thuiswerken omhoog in 2024. Deze vergoeding bedraagt in 2023 maximaal € 2,15 per thuiswerkdag of deel daarvan. De hoogte van de vergoeding in 2024 wordt eind december 2023 bekendgemaakt. 

    reiskostenvergoeding

    De onbelaste reiskostenvergoeding stijgt per 1 januari 2024 naar € 0,23 per kilometer. Deze onbelaste kilometervergoeding geldt voor alle soorten vervoer. De maximale vergoeding bedroeg lange tijd € 0,19 per kilometer, maar is met ingang van 1 januari 2023 verhoogd naar € 0,21 per kilometer. In 2024 zal deze maximale vergoeding dus opnieuw stijgen.

    OV-kaart 

    Vanaf 1 januari 2024 mag je als werkgever een OV-kaart onbelast vergoeden of verstrekken aan je werknemers. Voorwaarde is wel dat je medewerker de OV-kaart, ook voor zakelijke reizen (waaronder woon-werkverkeer) gebruikt en je dit aannemelijk kan maken. Om in aanmerking te komen voor de vrijstelling hoef je als werkgever dus geen registratie van privé- en zakelijk gebruik van de OV-kaart bij te houden. De vrijstelling voor OV-kaarten geldt als gerichte vrijstelling in de werkkostenregeling (WKR).

    bijtelling elektrische auto’s

    De bijtelling voor een elektrische auto van de zaak gaat tot en met 2026 stapsgewijs omhoog tot 22% over de catalogusprijs. Net zoals in 2023 is de bijtelling in 2024 16% tot een catalogusprijs van € 30.000 en 22% daarboven. Deze cap (het deel van de catalogusprijs waarop de verlaagde bijtelling van toepassing is) is niet van toepassing op waterstof- en zonnecelauto’s. In 2025 is de bijtelling 17% en vanaf 2026 wordt de bijtelling voor zowel elektrische auto’s als benzine- of dieselauto's 22%.

    loonkostenvoordelen (lkv)

    De komende jaren gaan er wijzigingen in de regelingen voor loonkostenvoordelen (LKV) plaatsvinden. Per 1 januari 2024 eindigt het jeugd-LIV en daalt de bovengrens van het uurlooncriterium van het lage-inkomensvoordeel (LIV) van 125% naar 104% van het wettelijk minimumloon. Per 1 januari 2025 wordt ook het LIV afgeschaft, en per 1 januari 2026 het LKV voor werknemers van 56 jaar en ouder.

    beperking 30%-regeling

    De 30%-regeling wordt beperkt tot de WNT-norm (Wet normering topinkomens) van € 233.000 (in 2024). Door deze zogenoemde aftoppingsregeling mogen werkgevers nog maar tot maximaal 30% van de WNT-norm belastingvrij vergoeden. Er komt een overgangsregeling voor de medewerkers bij wie je de 30%-regeling al in het laatste loontijdvak van 2022 hebt toegepast. De 30%-regeling is een regeling voor buitenlandse medewerkers met een specifieke deskundigheid die tijdelijk in Nederland werken. 

    WBSO

    De percentages voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) blijven in 2024 hetzelfde. Werkgevers kunnen in 2024 32% van hun S&O-(loon)kosten tot en met € 350.000 aftrekken van de loonbelasting. Voor startende ondernemers geldt een percentage van 40%. Voor S&O-(loon)kosten boven de € 350.000 geldt een tarief van 16%. 

  • zorgverzekering

    De zorgpremie - de premie voor de basisverzekering - zal volgens een schatting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in 2024 met € 12 per maand stijgen naar gemiddeld € 149 per maand. In het najaar - uiterlijk op 12 november 2023 - maken de zorgverzekeraars bekend hoe hoog de premie daadwerkelijk wordt.

    Het verplicht eigen risico - de eigen bijdrage die iedere verzekerde vanaf 18 jaar elk kalenderjaar zelf moet betalen - blijft ook in 2024 gelijk, met € 385. 

    De zorgtoeslag, de tegemoetkoming van de overheid in de zorgkosten, wordt in 2024 maximaal € 127 per maand voor alleenstaanden. In 2023 werd de zorgtoeslag eenmalig verhoogd vanwege de dalende koopkracht. Deze verhoging vervalt in 2024. Nadat alle zorgverzekeraars hun premie voor 2024 bekend hebben gemaakt, wordt de definitieve hoogte van de zorgtoeslag bekendgemaakt.

  • zelfstandigen

    Al eerder is besloten dat de zelfstandigenaftrek voor ondernemers die aan het urencriterium voldoen, wordt afgebouwd. Vanaf 2024 wordt deze aftrekpost versneld afgebouwd tot € 900 in 2027. In 2024 bedraagt de zelfstandigenaftrek maximaal € 3.750 (2023: € 5.030).

    Het kabinet werkt aan een verplichte, publieke arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen (AOV). Daarnaast wil het kabinet zo snel mogelijk het handhavingsmoratorium van de Wet DBA opheffen en meer duidelijkheid scheppen voor zelfstandigen.

    mkb-winstvrijstelling

    De mkb-winstvrijstelling voor IB-ondernemers wordt per 2024 verlaagd van 14% naar 12,7%. Met deze verlaging wordt het verschil in fiscale behandeling van werknemers en IB-ondernemers verlaagd. Vooral ondernemers met een hoger inkomen betalen hierdoor belasting over een groter deel van hun winst of inkomen.

  • pensioen

    In de begroting voor 2024 staat weinig nieuws als het gaat om het (aanvullend) pensioen. De toekomstplannen voor het Nederlandse pensioenstelsel zijn namelijk al langer bekend. De Wet toekomst pensioenen is op 1 juli 2023 in werking getreden. In de wet staan onder meer afspraken over meer flexibele mogelijkheden van pensioen, pensioenopbouw in beschikbare premieregelingen, een gelijk premiepercentage voor iedereen en meer ruimte voor zzp’ers om voor hun pensioen te sparen. De gevolgen van de nieuwe pensioenwet zijn niet meteen merkbaar. Er komt eerst een overgangsfase van een aantal jaren, de transitiefase. Op uiterlijk 1 januari 2028 moeten alle pensioenregelingen zijn aangepast aan het nieuwe pensioenstelsel. Vanaf die datum zullen de nieuwe pensioenregels voor iedereen gelden.