In het Belastingplan 2023 staan de plannen van het kabinet met betrekking tot de belastingen in Nederland. Bij het Belastingplan biedt het kabinet ook een aantal wetsvoorstellen aan de Tweede Kamer aan. Deze vormen samen het pakket Belastingplan 2023. Als de Eerste en Tweede Kamer de voorstellen goedkeuren, gaan ze vanaf 1 januari 2023 in. In het Belastingplan 2023 staan onder andere de volgende maatregelen.
box 1
In 2023 gaan mensen voor hun inkomen uit werk en woning (box 1) tot € 73.071 een tarief van 36,93% betalen (nu is dat nog 37,07% tot € 69.398). Door deze verlaging houden werkenden maximaal € 102 per maand meer over. Voor het deel van het inkomen boven de € 73.071 is het tarief 49,50%. Voor AOW-gerechtigden gelden lagere tarieven.
box 2
Per 2024 wil het kabinet twee schijven introduceren in box 2: een basistarief van 24,5% voor de eerste € 67.000 (bedrag 2024) aan inkomsten per belastingplichtige en een tarief van 31% voor het meerdere.
box 3
Het tarief van de heffing in box 3 (de zogeheten vermogensbelasting) gaat vanaf 2023 in stappen omhoog van 32% naar 34% in 2025. In 2022 is de heffing nog 31%. Het vermogen dat is vrijgesteld van belasting gaat omhoog naar € 57.000 (in 2022: € 50.650). Voor fiscaal partners betekent dit een vrijstelling van € 114.000 in 2023. Bij een groter vermogen moeten mensen dus meer belasting gaan betalen.
heffingskortingen
De heffingskortingen stijgen per 1 januari 2023:
-
de algemene heffingskorting wordt € 3.070 (2022: € 2.888)
-
de maximale arbeidskorting stijgt naar € 5.052 (2022: 4.260)
-
de ouderenkorting voor stellen stijgt naar maximaal € 1.835 (2022: € 1.726) en de alleenstaande ouderenkorting gaat ook omhoog: naar € 478 (2022: € 449).
-
de inkomensafhankelijke combinatiekorting stijgt naar maximaal € 2.694 (€ 2.534).
werkkostenregeling
De vrije ruimte in de werkkostenregeling (WKR) wordt per 1 januari 2023 met 0,22% verhoogd naar 1,92% voor de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom. Voor het bedrag boven € 400.000 geldt in 2023 een percentage van 1,18% (net als in 2022).
thuiswerkkostenvergoeding
Werkgevers kunnen hun medewerkers vanaf 2022 een onbelaste vergoeding geven voor de kosten van het thuiswerken. Deze vergoeding bedraagt maximaal € 2 per thuisgewerkte dag of deel daarvan. In het Belastingplan 2023 staat niets over de thuiswerkvergoeding, maar de staatssecretaris van Financiën heeft eerder al aangegeven dat de onbelaste thuiswerkvergoeding per 1 januari 2023 de tabelcorrectiefactor zal volgen. Deze inflatiecorrectie wordt eind december bekendgemaakt en toegepast in de Bijstellingsregeling die in de Staatscourant wordt gepubliceerd. De verwachting is dat de onbelaste vergoeding dan wordt verhoogd naar € 2,13 per dag.
reiskostenvergoeding
Met ingang van 2023 gaat de onbelaste reiskostenvergoeding omhoog van € 0,19 naar € 0,21 per kilometer en per 1 januari 2024 naar € 0,22 per kilometer.
bijtelling elektrische auto’s
De bijtelling voor een elektrische auto van de zaak gaat tot en met 2026 stapsgewijs omhoog tot 22% over de catalogusprijs. In 2023 en 2024 is de bijtelling 16% tot een catalogusprijs van € 30.000 en 22% daarboven. In 2025 is de bijtelling 17% en vanaf 2026 wordt de bijtelling voor zowel elektrische auto’s als benzine- of dieselauto's 22%.
De zogenoemde cap (het deel van de catalogusprijs waarop de verlaagde bijtelling van toepassing is) wordt in 2023 verlaagd van € 35.000 tot € 30.000. Deze cap is niet van toepassing op waterstof- en zonnecelauto’s.
beperking 30%-regeling
De 30%-regeling wordt beperkt tot de WNT-norm (Wet normering topinkomens) van € 223.000 (in 2023). Er komt een overgangsregeling van drie jaar. De 30%-regeling is een regeling voor buitenlandse medewerkers met een specifieke deskundigheid die tijdelijk in Nederland werken. Als aan de voorwaarden van de regeling wordt voldaan, hoeft over maximaal 30% van het loon geen belasting te worden betaald. Dit is ter compensatie van de extra kosten die te maken hebben met het verblijf of werk buiten hun land van herkomst.
WBSO
De percentages voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) blijven in 2023 hetzelfde. Werkgevers kunnen in 2023 32% van hun S&O-(loon)kosten tot en met € 350.000 aftrekken van de loonbelasting. Voor startende ondernemers geldt een percentage van 40%. Voor S&O-(loon)kosten boven de € 350.000 geldt een tarief van 16%.