De overheid wil het voor werkgevers aantrekkelijk(er) maken om mensen uit kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt in dienst te nemen, zoals jongeren, ouderen of mensen met een arbeidsbeperking of -handicap. Er bestaat een aantal regelingen van UWV en de gemeenten, maar ook de Belastingdienst heeft regelingen waarmee je als werkgever op de loonkosten en premies kunt besparen.
Op deze pagina
- loonkostenvoordelen (lkv's)
- lage-inkomensvoordeel (liv)
- tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon (jeugd-liv)
- afdrachtvermindering loonbelasting
loonkostenvoordelen (lkv's)
Het systeem van loonkostenvoordelen (LKV’s) is geregeld in de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). De LKV’s moeten het voor werkgevers aantrekkelijker maken om ouderen en mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen.
Het loonkostenvoordeel is een tegemoetkoming per verloond uur voor werkgevers die iemand uit een van de volgende doelgroepen in dienst nemen of langer in dienst houden:
-
arbeidsgehandicapte medewerkers (€ 3,05 per uur, maximaal € 6.000 per jaar en maximaal drie jaar)
-
medewerkers van 56 jaar en ouder (€ 3,05 per uur, maximaal € 6.000 per jaar en maximaal drie jaar)
-
mensen uit de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden (€ 1,01 per uur, maximaal € 2.000 per jaar en maximaal drie jaar)
Je hebt ook recht op LKV als je een arbeidsongeschikte medewerker herplaatst in een nieuwe of aangepaste functie (€ 3,05 per uur, maximaal € 6.000 per jaar en maximaal een jaar).
Het recht op LKV bestaat zolang de dienstbetrekking bestaat, maar maximaal drie jaar (maximaal een jaar bij een herplaatste werknemer), en uiterlijk totdat de werknemer de AOW-leeftijd bereikt heeft.
Om een loonkostenvoordeel aan te vragen heb je een kopie van de doelgroepverklaring LKV van je medewerker nodig. Je medewerker moet deze doelgroepverklaring binnen drie maanden na indiensttreding aanvragen. Kijk voor meer informatie over de aanvraag op UWV.nl.
lage-inkomensvoordeel (liv)
Het lage-inkomensvoordeel (LIV) is een tegemoetkoming voor werkgevers die medewerkers met een laag inkomen in dienst nemen en houden. Een laag inkomen is een loon tussen 100% en 125% van het wettelijk minimumloon. Voorwaarde voor het recht op het LIV is dat de medewerker ten minste 1.248 verloonde uren in het betreffende kalenderjaar moet hebben gewerkt bij de werkgever. Hoeveel de tegemoetkoming precies is, hangt af van het aantal verloonde uren van de medewerker.
In verband met de verhoging van het wettelijk minimumloon zijn er twee wijzigingen doorgevoerd:
1. Voor 2022: het bedrag aan LIV dat in 2023 wordt uitbetaald over 2022 wordt eenmalig € 0,78 per verloond uur (was: € 0,49). Het maximale bedrag wordt € 1.520 (dit was € 960) per werknemer per kalenderjaar. Dit geldt met terugwerkende kracht.
Voor 2023: het bedrag aan LIV dat in 2024 wordt uitbetaald over 2023 wordt eenmalig € 0,63 per verloond uur (was: € 0,49). Het maximale bedrag wordt € 1.242 (dit was € 960) per werknemer per kalenderjaar.
2. De bovengrens van het uurloon wordt verhoogd. Deze bovengrens wordt vastgesteld als het wettelijk minimumloon van juli 2023 wordt vastgesteld.
Op UWV.nl en in het Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst (Hoofdstuk 27) staat meer informatie over de berekening van het LIV.
Let op: komt een medewerker in aanmerking voor zowel LKV als LIV, dan wordt alleen de hoogste tegemoetkoming betaald. Zijn beide even hoog, dan wordt alleen de LKV betaald.
tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon
Als werkgever heb je recht op een tegemoetkoming voor jongere medewerkers (18- tot en met 20-jarigen) die binnen bepaalde bandbreedtes van het wettelijk minimumjeugdloon vallen: de tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon (jeugd-LIV).
Kijk op UWV.nl voor de hoogte van het jeugd-LIV per medewerker.
Voor medewerkers van 21 jaar of ouder die het minimumloon voor volwassenen gaan verdienen, geldt het lage-inkomensvoordeel.
Let op: heb je recht op zowel LKV als jeugd-LIV? Dan krijg je beide tegemoetkomingen.
afdrachtvermindering loonbelasting
Op grond van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA) hoef je voor sommige medewerkers minder loonbelasting/premie volksverzekeringen af te dragen dan normaal het geval is. Er zijn twee afdrachtverminderingen:
-
speur- en ontwikkelingswerk (WBSO): deze afdrachtvermindering krijg je voor werknemers die speur- en ontwikkelingswerk (S&O) doen. Om hiervoor in aanmerking te komen moet je over een zogenoemde S&O-verklaring beschikken. Deze verklaring wordt afgegeven door de RVO
-
zeevaart: als je loon betaalt aan zeevarenden die werken op een schip dat aan bepaalde voorwaarden voldoet.
In het Handboek Loonheffingen vind je meer informatie over de LKV, LIV en de afdrachtverminderingen (Hoofdstuk 26 en 27).