Als werkgever kun je je medewerker een auto van de zaak ter beschikking stellen. Dit blijft buiten de werkkostenregeling (WKR). Als je medewerker de auto meer dan 500 kilometer per kalenderjaar privé gebruikt, moet hij belasting betalen over dit voordeel. Dat gebeurt door middel van een bijtelling bij zijn loon.

Op deze pagina

rapportageplicht co²-uitstoot

Vanaf 1 juli 2024 zijn werkgevers met 100 werknemers of meer verplicht om bij te houden wat de vervuiling van hun personeel is door hun zakelijke en woon-werkverkeer. Op basis van die gegevens berekent de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de CO²-uitstoot. Werkgevers die geen mobiliteitsregeling hebben, vormen een uitzondering op deze regel. Als zij geen vergoedingen verstrekken of vervoer beschikbaar stellen, zijn ze niet verplicht om een administratie in te dienen. De rapportage over 2024 moeten werkgevers voor 1 juli 2025 bij de RVO indienen. 

De peildatum voor het aantal werknemers (100+) is dit jaar uitgesteld van 1 januari naar 1 juli 2024. Vanaf 2025 geldt de peildatum van 1 januari van het rapportagejaar.

Het doel van de rapportageplicht is om in 2030 1,5 megaton CO² minder uit te stoten. Werkgevers krijgen eerst de vrijheid om zelf de uitstoot te verminderen, maar moeten wel rapporteren over het reisgedrag van hun medewerkers. Als dit onvoldoende resultaat oplevert, wordt een algemene uitstootnorm per kilometer ingevoerd. 

Meer informatie over de rapportageverplichting werkgebonden mobiliteit staat op RVO.nl.

wat is bijtelling?

De bijtelling is het bedrag dat bij het loon wordt opgeteld als de ‘auto van de zaak’ privé wordt gebruikt. Als werkgever ben je verantwoordelijk voor de juiste verwerking van de bijtelling. Zo moet jij ervoor zorgen dat de cataloguswaarde van de auto juist wordt vastgesteld en dat het goede bijtellingstarief wordt gebruikt.

catalogusprijs

Voor het berekenen van de bijtelling gebruik je de catalogusprijs van de auto als basis. De catalogusprijzen van auto’s die sinds 1 januari 2011 zijn geregistreerd, staan in een online database van de RDW. Voor oudere auto’s kun je de historische prijslijsten van de officiële importeurs gebruiken.

duur bijtellingspercentage

Het bijtellingspercentage voor auto’s geldt voor een periode van zestig maanden. Deze periode gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin voor het eerst een kenteken is afgegeven. Het percentage blijft ook gelden als de auto van eigenaar wisselt of als een andere medewerker de auto gaat gebruiken. Direct na afloop van de periode van zestig maanden wordt het percentage opnieuw vastgesteld aan de hand van de regels die op dat moment gelden.

bijtelling in 2024

Als een medewerker een auto (of bus) van de zaak op benzine, diesel of hybride rijdt en deze voor meer dan 500 kilometer per jaar privé gebruikt, geldt een bijtelling voor dat privégebruik van 22% van de waarde van de auto. 

De bijtelling voor een elektrische auto van de zaak gaat tot en met 2026 stapsgewijs omhoog tot 22% over de catalogusprijs. In 2024 is de bijtelling 16% tot een catalogusprijs van € 30.000 en 22% daarboven. Het deel van de catalogusprijs waarop de verlaagde bijtelling van toepassing is (de zogenoemde cap), is niet van toepassing op waterstof- en zonnecelauto’s. 

In 2025 is de bijtelling 17% en vanaf 2026 wordt de bijtelling voor zowel elektrische auto’s als benzine- of dieselauto's 22%.

Vanaf 2025 mogen zakelijke leaseauto’s alleen nog maar elektrisch zijn.

Kijk voor de percentages van vóór 2024 op Belastingdienst.nl.

bewijslast privégebruik

Als je medewerker aangeeft dat hij in het komende kalenderjaar niet meer dan 500 privékilometers zal rijden, kun je om die reden besluiten de bijtelling achterwege laten, maar de verantwoordelijkheid voor deze beslissing ligt bij jou. Met andere woorden: de bewijslast van het privégebruik van de auto door je medewerker ligt bij jou, als werkgever. Als je loonadministratie niet klopt, kun je rekenen op naheffingsaanslagen loonheffingen. Daarbij kunnen flinke boetes worden opgelegd.

verklaring geen privégebruik auto

Je kunt de bewijslast bij je medewerker neerleggen door middel van een Verklaring geen privégebruik auto. Als je medewerker verwacht dat hij niet meer dan 500 privékilometers op kalenderjaarbasis in zijn auto van de zaak rijdt, kan hij deze verklaring vooraf bij de Belastingdienst aanvragen en de afgegeven verklaring aan jou geven. Op basis van de afgegeven verklaring hoef je dan geen loonheffingen meer in te houden en af te dragen over het privégebruik van de auto. De verklaring is voor onbepaalde tijd geldig, en wordt aangevraagd op het kenteken van de auto. Bij een nieuw kenteken moet dit worden doorgegeven aan de Belastingdienst. Je medewerker moet een sluitende kilometeradministratie bijhouden om desgevraagd te kunnen aantonen dat hij per kalenderjaar maximaal 500 privékilometers heeft gereden. Overschrijdt je medewerker de grens van 500 km, dan moet hij de verklaring weer intrekken.

bestelauto’s

Voor bestelauto’s hoeft er ook geen bijtelling plaats te vinden als aan een aantal voorwaarden is voldaan.

Medewerkers die een bestelauto van de zaak alleen zakelijk gebruiken, kunnen gebruikmaken van de Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto. Je hoeft dan geen bijtelling privégebruik auto bij het loon van die medewerkers te tellen. Bovendien hoeven je medewerkers geen rittenregistratie bij te houden.