Volgens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) moeten werkgevers hun werknemers ten minste een minimumsalaris betalen: het wettelijk (bruto)minimumloon. De hoogte van dit minimumloon is afhankelijk van leeftijd, arbeidsduur en aantal arbeidsuren. Het wettelijk minimumloon geldt ook voor stukloon en meerwerk, en voor mensen die tegen beloning werk verrichten op basis van een overeenkomst (opdrachtnemers).
Per 1 januari 2024 is het minimumuurloon ingevoerd. Dat betekent dat de hoogte van het minimumloon voor iedereen gelijk is.

Op deze pagina

wat is het wettelijk minimumloon?

Het wettelijk minimumloon is het salaris dat jij, als werkgever, minimaal aan je medewerkers moet betalen. Dat staat in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML).

Het minimumloon wordt aangegeven als loon per maand, per week of per dag. Dit is altijd een brutobedrag, dus zonder inhouding van de loonheffingen.

Je medewerkers vanaf 21 jaar hebben recht op het volledige minimumloon en je jongere medewerkers (vanaf 15 jaar) op een percentage daarvan (het minimumjeugdloon). 

voor wie geldt het minimumloon?

Al je medewerkers die werken op basis van een vaste of tijdelijke arbeidsovereenkomst hebben recht op (ten minste) het minimumloon. Dat geldt ook voor je medewerkers met een flexibel contract, zoals vakantiekrachten, uitzendkrachten, thuiswerkers en oproepkrachten. En ook buitenlandse werknemers en opdrachtnemers die bij jouw bedrijf werken, hebben recht op een minimumsalaris. Het minimumloon geldt niet voor stagiaires en werknemers die in het buitenland werken en wonen. 

stukloon, meerwerk en opdrachtnemers

Je bent, als werkgever, ook verplicht het wettelijk minimumloon te betalen voor:

  • stukloon: werknemers moeten ieder gewerkt uur minstens het minimumloon ontvangen voor elk opgeleverd stuk, als je hen stukloon betaalt.

  • meerwerk: als werknemers extra uren werken, moeten zij gemiddeld minstens het minimumloon verdienen voor dat meerwerk.

  • overeenkomst van opdracht: mensen die geen arbeidsovereenkomst hebben, maar tegen beloning werkzaamheden verrichten voor een opdrachtgever op basis van een overeenkomst. 

introductie minimumuurloon in 2024

Per 1 januari 2024 is het minimumuurloon ingevoerd. Dat betekent dat je als werkgever verplicht bent om je medewerkers per uur minimaal het minimumuurloon te betalen. Voor iedere medewerker van 21 jaar en ouder geldt voortaan een vast minimumuurloon. Voor je medewerkers van 20 jaar en jonger gelden per 1 januari 2024 ook vaste minimumuurlonen: de minimumjeugduurlonen. 

Tot en met 31 december 2023 konden de minimumlonen per uur nog verschillen. Dat komt omdat niet iedere fulltime werkweek even lang duurt. Een medewerker die 40 uur per week werkt, had daardoor een lager minimumuurloon dan iemand die 36 uur per week werkt. 

Voor medewerkers die bijvoorbeeld een 40-urige werkweek hebben betekent de invoering van het minimumuurloon dus een forse loonstijging, naast de gebruikelijke indexatie per 1 januari.

hoogte minimumloon en minimumjeugdloon

Door de invoering van het wettelijk minimumuurloon per 1 januari 2024 verdwijnen de vaste minimum maand-, week- en daglonen. 

Per 1 januari 2024 hebben werknemers recht op het volgende minimumloon per uur (bruto):

21 jaar en ouder € 13,27

20 jaar € 10,62

19 jaar € 7,96

18 jaar € 6,64

17 jaar € 5,24

16 jaar € 4,58

15 jaar € 3,98             

Let erop dat je ook vakantiebijslag (8% over het loon) moet betalen. De hoogte van het minimumloon wordt in principe twee keer per jaar - op 1 januari en op 1 juli - door het ministerie van SZW vastgesteld.

onderbetaling

Betaal je je medewerker minder dan het minimumloon, dan overtreed je de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML). Je medewerker heeft vijf jaar de tijd om te eisen dat je hem het achterstallige loon en vakantiegeld alsnog betaalt. Hiervoor kan je medewerker naar de kantonrechter stappen en/of een klacht indienen bij de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA). De NLA kan werkgevers die hun medewerkers te weinig betalen direct een boete en een dwangsom opleggen. De boete per onderbetaalde werknemer kan maximaal € 10.000 bedragen.

wet aanpak schijnconstructies

Werk je als opdrachtgever samen met (onder)aannemers of een uitzend- of detacheringsbureau? Dan ben je volgens de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) aansprakelijk als de (onder)aannemer of het uitzend/detacheringsbureau niet minimaal het cao-loon of het minimumloon aan zijn werknemers betaalt.

Volgens de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) mag je je medewerker zijn salaris niet volledig contant uitbetalen. Je moet minimaal het salarisgedeelte dat gelijk is aan het netto-equivalent van het wettelijk minimumloon giraal overmaken. Over dat netto-equivalent mogen geen inhoudingen en verrekeningen (voor bijvoorbeeld huur of verkeersboetes) worden gedaan, tenzij er een wettelijke grondslag is voor de inhouding (zoals de Pensioenwet of de Wet op de loonbelasting) of wanneer er sprake is van een loonbeslag. In het geval van een loonbeslag moet er wel rekening worden gehouden met de beslagvrije voet

Meer informatie over de WAS vind je op Rijksoverheid.nl.