laatste nieuws: juli 2025

Het wetsvoorstel Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR), dat zzp’ers een sterkere rechtspositie moet geven, is door naar de Tweede Kamer. De beoogde inwerkingtreding is 1 juli 2026.

de wet dba: nog steeds geldig

Als je werkt met zzp’ers moet je je houden aan de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties). Volgens deze wet moet je als opdrachtgever samen met de zzp'er bepalen of er sprake is van een dienstverband (loondienst) of niet. Als dat niet zo is, hoef je geen loonheffingen (loonbelasting/premie volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet) in te houden en af te dragen voor de ingehuurde zzp’er. De zzp’er kan dan ook geen aanspraak maken op WW, WIA of ZW.

Maar wanneer de Belastingdienst (achteraf) van mening is dat wél sprake is van een dienstbetrekking (en dus schijnzelfstandigheid), dan moet je als opdrachtgever/werkgever alsnog loonheffingen betalen. 

De huidige Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) biedt op dit moment onvoldoende duidelijkheid voor opdrachtgevers en zzp’ers. Er wordt daarom gewerkt aan een nieuwe wet: de Wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar).

modelovereenkomsten: einde beoordeling

Per 6 september 2024 is de Belastingdienst gestopt met het beoordelen van nieuwe modelovereenkomsten. Alle bestaande, goedgekeurde modelovereenkomsten worden automatisch verlengd tot en met 31 december 2029. 

zzp’ers en schijnzelfstandigheid

Schijnzelfstandigheid betekent dat iemand zich presenteert als zzp'er, terwijl er in feite sprake is van een dienstverband. Dit kan leiden tot problemen op het gebied van:

  • sociale zekerheid: werknemers hebben recht op bepaalde sociale zekerheidsvoorzieningen, zoals werkloosheidsuitkering en pensioenopbouw. Door schijnzelfstandigheid ontlopen werkgevers soms deze verplichtingen.

  • belastingontduiking: werkgevers kunnen door schijnconstructies minder sociale premies betalen.

  • oneerlijke concurrentie: echte zzp'ers kunnen oneerlijke concurrentie ondervinden van bedrijven die schijnzelfstandigen inhuren.

Of sprake is van schijnzelfstandigheid, hangt af van verschillende factoren. De Belastingdienst kijkt bijvoorbeeld naar:

  • gezagsverhouding: in hoeverre bepaalt de opdrachtgever hoe het werk wordt gedaan?

  • risico: draagt de zzp'er zelf financieel risico voor het werk?

  • eigen middelen: gebruikt de zzp'er eigen gereedschap of materialen?

  • werkplek: moet de zzp'er zijn werk doen op de werkplek van de opdrachtgever?

Als de Belastingdienst vaststelt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, kan dit leiden tot:

  • navordering loonheffingen: de opdrachtgever moet dan alsnog loonheffingen betalen over de verrichte werkzaamheden

  • boetes: zowel de opdrachtgever als de zzp'er kunnen een boete krijgen

  • terugvordering van premies: de opdrachtgever moet mogelijk sociale premies terugbetalen.

tip

Voor meer informatie over schijnzelfstandigheid kun je de websites van de Belastingdienst en ZZP Nederland raadplegen.

De Webmodule Beoordeling Arbeidsrelaties. helpt bij het beoordelen van de arbeidsrelatie en geeft een indicatie of er sprake is van loondienst of werken buiten dienstverband. 

Zelfstandigen kunnen met de Ondernemerscheck een idee krijgen of ze voldoen aan de (fiscale) voorwaarden voor ondernemerschap.

beoordeling van de arbeidsrelatie (holistische toets)

In lijn met het Deliveroo-arrest werkt de Belastingdienst met een zogenoemde holistische toets. Daarbij kijkt men niet naar losse elementen zoals ‘gezag’ of ‘loon’, maar naar het totaalbeeld van de arbeidsrelatie. Er gelden negen gezichtspunten, zoals:

  • mate van aansturing en integratie in de organisatie

  • commercieel risico en ondernemerschap

  • hoogte en vorm van beloning

  • verplichting tot persoonlijke uitvoering van het werk

tip:

Met het formulier Verzoek vooroverleg beoordeling arbeidsrelatie kun je als opdrachtgever een verzoek indienen voor vooroverleg met de Belastingdienst over de beoordeling van een specifieke arbeidsrelatie met één opdrachtnemer. 
De Webmodule Beoordeling Arbeidsrelaties helpt bij het beoordelen van de arbeidsrelatie en geeft een indicatie of er sprake is van loondienst of werken buiten dienstverband.

handhaving in 2025

Per 1 januari 2025 controleert en handhaaft de Belastingdienst (weer) actief op schijnzelfstandigheid, maar er worden over het kalenderjaar 2025 nog geen boetes opgelegd. Dit geldt voor zowel verzuim- als vergrijpboetes. Organisaties kunnen eerst een waarschuwing van de Belastingdienst krijgen voordat er zogenaamde boekenonderzoeken (controles) worden ingesteld. 

Meer informatie over de handhaving staat in het Handhavingsplan arbeidsrelaties 2025 (pdf) van de Belastingdienst.

De Toelichting Beoordeling arbeidsrelaties van de Belastingdienst legt uit hoe controles verlopen, wat de eventuele impact is van een bedrijfsbezoek of boekenonderzoek en hoe de overgangsperiode 2024-2025 eruitziet.

het wetsvoorstel vbar

Het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar) is ingediend bij de Tweede Kamer. Het doel van de wet Vbar is om schijnzelfstandigheid (verder) te verminderen. De wet beoogt betere handvatten te geven voor het duiden van arbeidsrelaties, zodat helder is wanneer er sprake is van een medewerker met een dienstverband en wanneer er met een zzp’er gewerkt kan worden. 

Het voorstel bevat onder meer:

  • een wettelijke verankering van criteria om te bepalen of sprake is van een arbeidsovereenkomst

  • een rechtsvermoeden van werknemerschap bij een laag uurtarief (onder de € 36)

  • meer aandacht voor de vraag of iemand werkt voor eigen rekening en risico en zich als ondernemer gedraagt.

De beoogde ingangsdatum is 1 juli 2026. Er geldt geen overgangsrecht: de wet is direct van toepassing zodra deze in werking treedt.

twee nieuwe criteria beoordeling arbeidsrelatie

Het wetsvoorstel benoemt twee hoofdcriteria voor de beoordeling van de arbeidsrelatie:

  • sturing door de opdrachtgever: is er sprake van werkinhoudelijke of organisatorische aansturing?

  • voor eigen rekening en risico: draagt de werkende zelf risico en is er voldoende zelfstandigheid?

Als iemand wordt aangestuurd én onvoldoende zelfstandig werkt, is sprake van een arbeidsovereenkomst. De exacte invulling van deze criteria wordt verder uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur (AMvB).

Daarnaast wordt gekeken of iemand zich als ondernemer gedraagt, bijvoorbeeld door acquisitie te doen of meerdere opdrachtgevers te hebben. Dit kan als aanwijzing dienen dat sprake is van zelfstandig ondernemerschap.

rechtsvermoeden bij laag uurtarief

Zzp’ers die minder dan € 36 per uur verdienen (exclusief btw) krijgen straks een sterker juridisch hulpmiddel: het rechtsvermoeden van werknemerschap. Zij mogen veronderstellen dat zij eigenlijk werknemer zijn. De opdrachtgever moet dan bewijzen dat er géén sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Dit rechtsvermoeden:

  • geldt niet bij particuliere opdrachtgevers (natuurlijke personen buiten beroep of bedrijf)

  • is gekoppeld aan het wettelijk minimumloon en wordt twee keer per jaar aangepast

  • geldt alleen voor zzp’ers die arbeid verrichten op persoonlijke titel (dus geen inzet via een BV).

Toeslagen, reiskosten en andere vergoedingen tellen niet mee voor het uurtarief. Werk je met zelfstandigen onder deze grens? Dan loop je als opdrachtgever meer risico bij controle.