Met flexwerkers kun je, als ondernemer/werkgever, soepel inspelen op veranderende situaties. Dat kan noodzaak zijn als je een seizoengevoelig bedrijf hebt, maar ook met de snel veranderende economische en digitale ontwikkelingen kunnen (gespecialiseerde) flexwerkers toegevoegde waarde hebben. 

Zo’n flexibel personeelsbestand is op verschillende manieren in te vullen. Zo kennen we natuurlijk uitzendkrachten. Maar ook gedetacheerden, oproepkrachten, payrollers, vakantiewerkers en seizoenwerkers werken op flexibele basis. Andere flexibele arbeidsrelaties zijn de zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers).   

Op deze pagina:

wet meer zekerheid flexwerkers

Het kabinet werkt aan de invoering van een nieuwe wet (de Wet meer zekerheid flexwerkers), met als doel oproepkrachten, tijdelijke werknemers en uitzendkrachten meer zekerheid te bieden. 

In het wetsvoorstel Wet meer zekerheid flexwerkers staan de volgende maatregelen:

  • oproepcontracten worden vervangen door contracten met een minimumaantal uren

  • uitzendkrachten krijgen recht op ten minste gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden als reguliere werknemers 

  • de onderbrekingstermijn van de ketenregeling wordt aangepast om draaideurconstructies met tijdelijke contracten te voorkomen.

oproepcontract wordt bandbreedtecontract

Het nulurencontract wordt vervangen door een basiscontract met een minimum- en een maximumaantal uren, waarbij het verschil maximaal 130% mag zijn: het bandbreedtecontract. Dit betekent dat bij een minimum van tien uur het maximum dertien uur is. De werknemer mag een oproep boven het maximum weigeren. Zo krijgt de werknemer meer zekerheid over het inkomen en over de uren waarop hij of zij wordt ingeroosterd.

Let op: voor jongeren met een bijbaan – zoals scholieren en studenten – geldt een uitzondering. Zij mogen op een oproepcontract blijven werken.

uitzendkrachten

Uitzendkrachten krijgen recht op een arbeidsvoorwaardenpakket dat gelijkwaardig is aan dat van werknemers met een arbeidsovereenkomst

Daarnaast is onderdeel van het wetsvoorstel het verkorten van de maximale duur van het fasensysteem. Het fasensysteem is een afwijking op de wettelijke regeling, die in de CAO voor Uitzendkrachten is vastgelegd. De mogelijkheid om op dit punt van de wet af te wijken vervalt of wordt verkort. Dit betekent voor het fasensysteem dat:

  • fase A wordt verkort van 78 weken naar 52 weken.
    In de CAO voor Uitzendkrachten is deze verkorting al eerder doorgevoerd: sinds 2022 geldt een maximum van 52 gewerkte weken voor fase A. 

  • fase B van zes contracten in vier jaar (maximale afwijking in de wet) naar zes contracten in twee jaar gaat.
    In de huidige CAO voor Uitzendkrachten is fase B al beperkt tot maximaal drie jaar. De cao-partijen hebben afgesproken dat dit in de toekomst verder wordt verkort naar twee jaar – als de wet in deze vorm wordt aangenomen.

Na afloop van fase B moet de uitzendkracht bij verlenging een vast contract krijgen (fase C).

aanpassing ketenregeling

Er komen strengere regels voor tijdelijke contracten om draaideurconstructies te voorkomen. Daartoe wordt de ketenregeling aangepast. De onderbrekingstermijn  van zes maanden wordt verlengd naar vijf jaar. Dit geldt ook voor uitzendovereenkomsten. Uitzonderingen zijn er voor studenten en scholieren, en voor seizoensarbeid.

Als de Tweede en Eerste Kamer instemmen, treedt de wet naar verwachting op 1 januari 2027 in werking. Het onderdeel gelijke beloning voor uitzendkrachten kan al een jaar eerder in werking treden, op 1 januari 2026.

Het wetsvoorstel Meer zekerheid flexwerkers is onderdeel van het pakket hervormingen arbeidsmarkt, met maatregelen voor meer zekerheid voor werkenden.