Fase A duurt 52 gewerkte weken. Elke kalenderweek waarin de uitzendkracht werkt of betaald verlof heeft, telt mee voor deze 52 weken, ongeacht het aantal uren. Als er langer dan zes maanden geen uitzendwerk is via hetzelfde uitzendbureau, begint de telling van fase A opnieuw.

uitzendbeding

In fase A wordt vaak gewerkt met een uitzendovereenkomst met uitzendbeding. Dit betekent dat de overeenkomst automatisch eindigt als de opdracht bij de inlener stopt of als de uitzendkracht zelf stopt. De overeenkomst kan ook eindigen op de afgesproken einddatum of als fase A is afgelopen. Bij ziekte gelden extra beschermingsregels, waardoor de overeenkomst vaak doorloopt tot de afgesproken einddatum.

termijn van kennisgeving (opzegtermijn)

In de eerste 26 weken van fase A geldt er geen opzegtermijn voor het uitzendbureau. Daarna geldt een kennisgevingstermijn van tien kalenderdagen. De uitzendkracht kan opzeggen met een termijn van één werkdag, tenzij in het contract anders is afgesproken.

uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding

In fase A kan ook een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding worden afgesproken. De overeenkomst loopt in principe door tot de afgesproken einddatum. De uitzendonderneming kan niet tussentijds opzeggen, behalve in geval van een dringende reden. De uitzendkracht kan zelf opzeggen met de wettelijke opzegtermijn, tenzij er sprake is van loonuitsluiting. In dat geval geldt voor de uitzendkracht een opzegtermijn van één werkdag.

contractduur

Er geldt een minimale contractduur van vier weken voor elkaar opvolgende uitzendovereenkomsten voor bepaalde tijd bij dezelfde uitzendonderneming en voor dezelfde opdrachtgever. Dit geldt voor alle contracten in fase A: zowel met als zonder uitzendbeding. Dit voorkomt het gebruik van dag- en weekcontracten.

doorbetaling van loon

In fase A heeft de flexwerker in beginsel alleen recht op betaling van loon over de gewerkte uren, niet over de niet-gewerkte uren. De uitzendkracht en de uitzendonderneming kunnen uitdrukkelijk schriftelijk anders overeenkomen. Als sprake is van oproepwerk kan het zijn dat een uitzendkracht recht heeft op loon over niet gewerkte uren. Bijvoorbeeld als een dienst binnen vier dagen voor aanvang wordt afgezegd. De oproepkracht moet dan toch voor de gehele duur van de dienst betaald worden. Het loon kan ook niet worden uitgesloten in fase A als de uitzendonderneming en de uitzendkracht een vaste urenomvang (aantal te werken uren) zijn overeengekomen.

pensioen fase a

Uitzendkrachten van 18 jaar en ouder starten vanaf hun eerste werkdag met de opbouw van hun pensioen in de pensioenregeling van StiPP.

lees meer over

Fase B start direct na fase A of wanneer een uitzendkracht binnen zes maanden terugkeert bij dezelfde uitzendonderneming. In fase B wordt gewerkt op basis van een of meer ‘gewone’ arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd

Fase B duurt maximaal drie jaar. In die periode mogen maximaal zes tijdelijke contracten worden gesloten. Als de uitzendkracht direct na fase A of binnen zes maanden daarna weer uitzendwerk verricht bij hetzelfde uitzendbureau, komt hij in fase B. 

onderbrekingen tussen overeenkomsten

Onderbrekingen tussen overeenkomsten tellen mee voor de maximale duur van drie jaar in fase B. Alleen wanneer een onderbreking langer dan zes maanden duurt, dan start fase A opnieuw. De cao kan aanvullende bepalingen bevatten.
Zodra de Wet meer zekerheid flexwerkers ingaat (naar verwachting 1 januari 2027), wordt fase B uit het fasensysteem verkort van drie naar twee jaar. In die periode mogen maximaal zes uitzendovereenkomsten voor bepaalde tijd worden gesloten. De onderbrekingstermijn van zes maanden wordt vervangen door een vervaltermijn van zestig maanden. Dit betekent dat de telling in het fasensysteem doorloopt zolang er geen onderbreking van meer dan vijf jaar is geweest.

Voor scholieren en studenten met een bijbaan blijft de oude onderbrekingstermijn van zes maanden gelden.

doorbetaling van loon

De uitzendkracht in fase B heeft gedurende de arbeidsovereenkomst recht op doorbetaling van ten minste 100% van zijn laatstverdiende loon over het afgesproken (minimum-)aantal uren als er even geen werk is. Hij moet op zijn beurt wel passende arbeid accepteren. Weigert de uitzendkracht dit, dan vervallen zijn rechten op vervangend werk en op doorbetaling van loon.

pensioen fase b

In fase B nemen uitzendkrachten van 18 jaar en ouder verplicht deel aan de pensioenregeling van StiPP.

Als de uitzendkracht na fase B direct of binnen zes maanden door blijft werken voor hetzelfde bureau, komt hij in fase C. Hij komt dan op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij de uitzendonderneming in dienst. In dat geval kan de arbeidsovereenkomst niet zomaar beëindigd worden. 

doorbetaling van loon

In fase C geldt hetzelfde als in fase B: als een opdracht wegvalt, heeft de uitzendkracht recht op ten minste 100% van zijn laatstverdiende loon over het afgesproken aantal uren. Hij zal zich op zijn beurt flexibel moeten opstellen en passende werkzaamheden moeten accepteren. Als hij vervolgens bij een andere opdrachtgever gaat werken, ontvangt hij een beloning die gelijkwaardig is aan de de daar geldende beloning.

ontslag

Wanneer de uitzendonderneming de arbeidsovereenkomst met een uitzendkracht in fase C wil beëindigen, gelden de normale ontslagregels.

pensioen fase c

In fase C nemen uitzendkrachten van 18 jaar en ouder verplicht deel aan de pensioenregeling.

arbeidsvoorwaarden

Vanaf de eerste werkdag heeft de uitzendkracht recht op gelijkwaardige beloning, zoals opgenomen in de CAO voor Uitzendkrachten. Dit betekent dat de arbeidsvoorwaarden van een uitzendkracht minimaal gelijkwaardig zijn aan die van de eigen medewerkers van de inlener in een vergelijkbare functie.

ziekte

Bij ziekte van de uitzendkracht wordt de regeling van de inlener (jouw organisatie) aangehouden. Minimaal geldt de wettelijke ondergrens van 70% loon, maar als jouw cao of arbeidsvoorwaarden ruimere doorbetaling bieden (bijvoorbeeld 90% of 100%, met of zonder wachtdag), dan geldt diezelfde of een gelijkwaardige regeling ook voor de uitzendkracht.

Er is een wetsvoorstel (de Wet meer zekerheid flexwerkers) bij de Tweede Kamer ingediend dat oproepkrachten, tijdelijke werknemers en flexwerkers meer zekerheid moet bieden. Onderdeel van het wetsvoorstel is het verkorten van de maximale duur van het fasensysteem. Het fasensysteem is een afwijking op de wettelijke regeling, die in de CAO voor uitzendkrachten is vastgelegd. De mogelijkheid om op dit punt van de wet af te wijken vervalt of wordt verkort. 

Dit betekent voor het fasensysteem dat:

  • fase A wordt verkort van 78 weken naar 52 weken.
    In de CAO voor Uitzendkrachten is deze verkorting al eerder doorgevoerd: sinds 2022 geldt een maximum van 52 gewerkte weken voor fase A. 

  • fase B van zes contracten in vier jaar (maximale afwijking in de wet) naar zes contracten in twee jaar gaat.
    In de huidige CAO voor Uitzendkrachten is fase B al beperkt tot maximaal drie jaar. De cao-partijen hebben afgesproken dat dit in de toekomst verder wordt verkort naar twee jaar, als de wet in deze vorm wordt aangenomen

Na afloop van fase B moet de uitzendkracht bij verlenging een vast contract krijgen (fase C). De wijziging van het fasensysteem gaat naar verwachting in op 1 januari 2027. 

> kijk voor meer informatie op rijksoverheid.nl