Uitzendkrachten hebben recht op pensioen. In de CAO voor Uitzendkrachten is vastgelegd hoe de pensioenregeling van uitzendkrachten is geregeld.

Op deze pagina

pensioenregeling

Uitzendkrachten van 21 jaar en ouder die in meer dan acht weken werkzaam zijn, nemen verplicht deel aan de pensioenregeling voor uitzendkrachten. Deze pensioenregeling wordt uitgevoerd door de Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP).

In de eerste acht gewerkte weken (de ‘wachttijd’) bouwt de uitzendkracht dus geen pensioen op. Vanaf negen gewerkte weken bouwt de uitzendkracht 52 weken pensioen op in de basisregeling, daarna bouwt de uitzendkracht pensioen op in de plusregeling.

Voor deelname aan de pensioenregeling geldt de referte-eis: de uitzendkracht moet 21 jaar of ouder zijn én in acht weken hebben gewerkt voor verschillende uitzendondernemingen die behoren tot dezelfde groep. Alleen de gewerkte weken tellen mee. Vanaf het moment dat de uitzendkracht voldoet aan de referte-eis, wordt hij verplicht opgenomen in de basisregeling.

De pensioenleeftijd in de basisregeling en in de plusregeling is 67 jaar.

pensioen Randstad

Randstad heeft een eigen pensioenfonds, dat uitsluitend voor de uitzendkrachten van de Nederlandse onderdelen van de Randstad Groep een identieke pensioenregeling uitvoert: het Flexsecurity pensioen.

pensioengrondslag en franchise

De werkgeverspremie (premie voor het uitzendbureau) wordt over de pensioengrondslag geheven. De pensioengrondslag wordt berekend door het bruto-uurloon van de uitzendkracht te verminderen met de uurfranchise (in 2022: € 7,13). 

De franchise bepaalt het uitzendbureau (als werkgever) door de pensioengevende uren te vermenigvuldigen met de uurfranchise van StiPP. De uurfranchise en het maximaal pensioengevende uurloon zijn voor de basis- en plusregeling hetzelfde. De uurfranchise en het maximaal pensioengevende uurloon voor 2023 worden eind 2022 bekendgemaakt.

basisregeling pensioen

De uitzendkracht neemt na acht gewerkte weken deel in de basisregeling gedurende maximaal 52 weken. Daarna wordt hij deelnemer in de plusregeling.

Het uitzendbureau neemt de premie geheel voor zijn rekening (8% over de pensioengrondslag). De uitzendkracht betaalt dus zelf geen premie voor het basispensioen. Als een uitzendkracht voor een ander uitzendbureau gaat werken en aan de referte-eis voor het basispensioen heeft voldaan, blijft hij ook bij zijn nieuwe uitzendbureau deelnemer in de basisregeling. Dit op voorwaarde dat er geen sprake is van een onderbreking tussen de uitzendovereenkomsten van 52 weken of langer. Duurt de onderbreking 52 weken of langer, dan moet de uitzendkracht eerst opnieuw aan de referte-eis voldoen.

Als gevolg van een nieuwe cao-afspraak is de basisregeling per 1 januari 2023 gewijzigd. Voorheen betaalde het uitzendbureau de premie over het salaris. Vanaf 2023 wordt de werkgeverspremie over de pensioengrondslag geheven. In de plusregeling werd al premie over de pensioengrondslag betaald. Daarin zijn de regelingen dus gelijkgetrokken.

Uitgebreide informatie over de pensioenregeling staat op Stippensioen.nl.

plusregeling pensioen

Na 52 weken in de basisregeling wordt de uitzendkracht deelnemer in de plusregeling. De hoogte van de voor de uitzendkracht beschikbaar te stellen premie is afhankelijk van zijn leeftijd. De doorsneepremie (die door uitzendkrachten en uitzendbureau gezamenlijk betaald wordt) is voor alle deelnemers wel hetzelfde en bedraagt bij Flexsecurity 12,3% (in 2023) van de pensioengrondslag. Het uitzendbureau betaalt 8,3%, de werknemer 4%.

De uitzendkracht die al heeft deelgenomen aan de plusregeling en die zonder een onderbreking van 26 weken of langer van uitzendbureau verandert, blijft deelnemer aan de plusregeling, ook als hij bij een ander uitzendbureau weer werkzaam is in fase A. Na een onderbreking van minimaal 26 weken tot maximaal 52 weken wordt de uitzendkracht vanaf de eerste week werken weer deelnemer aan de basisregeling. Is de onderbreking langer dan 52 weken, dan moet er opnieuw worden voldaan aan de referte-eis.

In de plusregeling is de uitzendkracht, naast zijn pensioenopbouw, gedurende zijn dienstverband automatisch verzekerd voor een nabestaandenvoorziening en voortzetting van pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid.

pensioenregeling payrollmedewerkers

Payrollmedewerkers hebben in principe recht op deelname aan dezelfde pensioenregeling als het vaste personeel in dienst van de opdrachtgever. Als aansluiting bij deze pensioenregeling van de opdrachtgever niet mogelijk is of als de payrollwerkgever hierbij niet wil aansluiten, moet de payrollwerkgever zelf een pensioenregeling aanbieden die aan een aantal minimale voorwaarden moet voldoen. De belangrijkste voorwaarde is dat de hoogte van de door de werkgever te betalen premie voor de pensioenregeling gelijk moet zijn aan de gemiddelde werkgeversbijdrage in Nederland. In 2023 bedraagt deze 15,7% van de pensioengrondslag.

Omdat payrollmedewerkers niet langer onder de verplichtstelling van StiPP vallen, voert StiPP deze pensioenregeling niet uit. De payrollwerkgever moet dus zelf bepalen of hij voor de pensioenregeling aansluit bij het pensioenfonds van zijn opdrachtgever(s) of dat hij zelf een pensioenregeling afsluit bij een pensioenfonds, verzekeraar of een premiepensioeninstelling (PPI).

Randstad heeft een eigen pensioenregeling voor de payrollmedewerkers die wordt uitgevoerd door Flexsecurity pensioen.