Geboorteverlof is verlof dat je medewerker kan opnemen als zijn of haar partner net is bevallen. Dit partnerverlof duurt één keer de werkweek van je medewerker (maximaal vijf dagen). Hier bovenop krijgen partners in het eerste half jaar na de geboorte van de baby nog eens maximaal vijf weken aanvullend geboorteverlof. 

Geboorteverlof wordt ook wel kraamverlof of partnerverlof genoemd.

Op deze pagina

geboorteverlof

Geboorteverlof geldt voor de partner van de moeder van het pasgeboren kind. Iemand wordt beschouwd als partner als hij of zij:

  • met de moeder getrouwd is, of

  • haar geregistreerde partner is, of

  • ongehuwd met haar samenwoont, of

  • haar kind erkent.

Partners hebben recht op een geboorteverlof ter grootte van eenmaal de wekelijkse arbeidsduur van de medewerker (maximaal vijf dagen). De week geboorteverlof moet binnen vier weken na de bevalling worden opgenomen. Je medewerker kan ervoor kiezen deze verlofdagen te laten ingaan aansluitend op het verlof dat is bedoeld om bij de bevalling aanwezig te zijn en aangifte te doen van de geboorte bij de burgerlijke stand. Als werkgever betaal je het loon van je medewerker tijdens dit verlof volledig door.

Om het verlof aan te vragen, moet je medewerker zo snel mogelijk na de bevalling aan je laten weten dat hij of zij het verlof opneemt. Dit mag mondeling of schriftelijk. Je mag het verlof niet weigeren.

Ook bij de geboorte van een meerling duurt het geboorteverlof maximaal vijf dagen. Alleen de bevallen moeder krijgt meer zwangerschapsverlof.

aanvullend geboorteverlof

Het aanvullend geboorteverlof is een uitbreiding van het ‘standaard’ geboorteverlof en duurt minimaal een week en maximaal vijf weken. Je medewerkers kunnen dit verlof opnemen tijdens de eerste zes maanden nadat hun partner is bevallen. Voorwaarde voor het opnemen van het aanvullend verlof is dat de medewerker eerst het geboorteverlof heeft opgenomen. Heeft hij dat niet gedaan, dan heeft hij ook geen recht op aanvullend verlof.

Tijdens het aanvullend geboorteverlof keert UWV een uitkering uit ter hoogte van 70% van het dagloon van de medewerker (en maximaal 70% van het maximumdagloon). Je moet deze uitkering als werkgever bij UWV aanvragen. Dit kan pas nadat het kind geboren is. Meestal wordt de uitkering aan de werkgever overgemaakt, en betaalt de werkgever vervolgens (70% van) het loon tijdens het verlof door.

Minimaal vier weken voordat je medewerker het aanvullend geboorteverlof wil laten ingaan, moet hij of zij dat per brief of e-mail bij jou melden. Lukt het indienen van de aanvraag bijvoorbeeld vanwege een vroeggeboorte niet op tijd, dan moet dit zo snel mogelijk daarna worden gedaan. De aanvraag moet de volgende gegevens bevatten:

  • de periode van opname: dit kan afhangen van de bevallingsdatum, het bevallingsverlof van de partner of van het geboorteverlof

  • de duur van het verlof: één tot vijf weken

  • de opname van het verlof aaneen of gespreid. Dit gaat in goed overleg met de werkgever.

De aanvraag bij UWV wordt door jou als werkgever gedaan. Dit kun je eenmalig doen. Het is dus belangrijk dat de medewerker goed nadenkt over het aantal weken dat hij of zij verlof wil opnemen.

Na afloop van het geboorteverlof kunnen je medewerkers ouderschapsverlof aanvragen.