Iedereen in Nederland heeft recht op gelijke behandeling. Dat staat in artikel 1 van de Grondwet. In dat artikel staat ook staat dat discriminatie, of het aanzetten tot haat of discriminatie, verboden is. Om iedereen het recht op gelijke behandeling te garanderen, is artikel 1 van de Grondwet in een aantal wetten uitgewerkt. Zo staan in de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) regels voor gelijke behandeling op het werk.
Op deze pagina
- artikel 1 van de grondwet
- discriminatiegronden
- algemene wet gelijke behandeling (awgb)
- wet onderscheid bepaalde en onbepaalde tijd (wobot)
-
wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (wgbh/cz)
artikel 1 van de grondwet
In artikel 1 van de Grondwet staat het volgende:. ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’
Discriminatie betekent dat er onterecht verschil wordt gemaakt tussen mensen. Bijvoorbeeld vanwege hun geslacht of hun godsdienst. Om iedereen het recht op gelijke behandeling te garanderen, is artikel 1 van de Grondwet in de volgende wetten uitgewerkt:
discriminatiegronden
In de wetgeving voor gelijke behandeling staan regels die mensen beschermen tegen discriminatie op basis van (persoonlijke) kenmerken: de discriminatiegronden. Deze discriminatiegronden zijn:
-
leeftijd
-
seksuele gerichtheid
-
godsdienst
-
levensovertuiging
-
ras
-
geslacht
-
nationaliteit
-
handicap of chronische ziekte
-
politieke gezindheid
-
burgerlijke staat
Ook mag je als werkgever geen onderscheid maken op grond van het soort contract (vast of tijdelijk) van je medewerkers of op grond van de arbeidsduur (fulltime of parttime). Discriminatiegronden zijn van toepassing bij sollicitaties, op de werkvloer en bij ontslagprocedures.
Kijk op discriminatie.nl voor meer uitleg over de discriminatiegronden.
algemene wet gelijke behandeling (awgb)
De Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) verbiedt het maken van direct en indirect onderscheid op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras (afkomst), geslacht, zwangerschap, nationaliteit, seksuele gerichtheid en burgerlijke staat. De AWGB geldt op de volgende terreinen:
-
arbeid: er moet sprake zijn van gelijke behandeling volgens de AWGB bij bijvoorbeeld bejegening op het werk, werving en selectie, bemiddeling, ontslag, arbeidsvoorwaarden en promotie. Dit geldt voor alle werknemers, sollicitanten, vrijwilligers, uitzendkrachten, oproepkrachten en stagiairs
-
goederen en diensten: er moet sprake zijn van gelijke behandeling in het kader van de AWGB als het gaat om wonen, welzijn, gezondheidszorg, cultuur, onderwijs, financiële dienstverlening, verzekeringsdiensten, winkelen, sporten en uitgaan. Dit geldt voor alle consumenten, patiënten, studenten, scholieren en leerlingen
-
het vrije beroep: iedereen moet zich ‘vrij kunnen vestigen’ als freelancer of zelfstandig ondernemer
-
lidmaatschap vakbond of vereniging van beroepsgenoten
-
sociale bescherming, zoals uitkeringen of studiefinanciering.
Als werkgever ben je verplicht om zorg te dragen voor een discriminatievrije werkvloer.
geen onderscheid bij vast of tijdelijk contract: wobot
Het is verboden om onderscheid in arbeidsvoorwaarden te maken tussen medewerkers met een vast dienstverband en medewerkers met een tijdelijk dienstverband. Dat staat in de Wet gelijke behandeling vaste en tijdelijke werknemers, ook wel de Wet onderscheid bepaalde en onbepaalde tijd genoemd (WOBOT). Werkgevers mogen hun tijdelijke medewerkers bijvoorbeeld niet uitsluiten van deelname aan een pensioenregeling. Als je wel onderscheid maakt, moet je hiervoor een goede reden hebben.
De wet geldt ook voor oproepkrachten, seizoens(hulp)krachten, vakantiekrachten, thuiswerkers en stagiairs, voor zover zij werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. Voor uitzendkrachten geldt deze wet niet. Een medewerker kan alleen een beroep doen op deze wet als in de toepasselijke arbeidsvoorwaarden verschil wordt gemaakt.
gelijke kansen voor mannen en vrouwen: wgbmv
Om vrouwen op de arbeidsmarkt en in hun loopbaan dezelfde kansen te geven als mannen, is er de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (WGBMV). De WGBMV verbiedt het maken van direct en indirect onderscheid tussen mannen en vrouwen op het werk.
Onder direct onderscheid wordt onder andere discriminatie op grond van zwangerschap, bevalling en moederschap verstaan.
Indirect onderscheid is onderscheid dat uiteindelijk leidt tot een benadeling van voornamelijk mannen of vrouwen. Als er bijvoorbeeld onderscheid wordt gemaakt op grond van de echtelijke staat of gezinsomstandigheden, treft dit meestal vrouwen.
Het is wel toegestaan beschermende maatregelen voor vrouwen te nemen als deze maatregelen verband houden met zwangerschap en moederschap. En wanneer in een bepaalde sector een oververtegenwoordiging van mannen bestaat, mag bij gelijke geschiktheid van sollicitanten de voorkeur uitgaan naar een vrouw. Ten slotte is het maken van indirect onderscheid geoorloofd als dit een objectief gerechtvaardigd belang dient.
Er gelden wel strikte voorwaarden in geval van een voorkeursbeleid. Daarbij kan het voorkeursbeleid maar voor beperkte groepen worden toegepast.