welke werknemersverzekeringen zijn er?

Tot de werknemersverzekeringen behoren:

  • de Werkloosheidswet (WW): de WW is bedoeld voor medewerkers die hun baan of minimaal vijf arbeidsuren per week hebben verloren. Zij kunnen dan aanspraak maken op een WW-uitkering

  • de Ziektewet (ZW): de ZW zorgt ervoor dat zieke medewerkers die geen recht op loon meer hebben toch een inkomen krijgen (zoals mensen die tijdens ziekte uit dienst gaan doordat hun arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt)

  • de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA): de WIA is er voor medewerkers die na twee jaar ziekte hun eigen werk voor een deel of helemaal niet meer kunnen doen.

zorgverzekering

De meeste premies voor de werknemersverzekeringen worden volledig door de werkgever betaald, en dus niet - zoals bij de premies volksverzekeringen - door loonheffing. Alleen de premie voor de Werkhervattingskas wordt deels op het loon van je medewerker ingehouden.

premies werknemersverzekeringen 2026

Per 1 januari 2026 gelden de volgende premies voor de werknemersverzekeringen:

  • Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) laag: 2,74%

  • Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) hoog: 7,74%

  • Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo): 0,68%

  • Arbeidsongeschiktheidsfondse (Aof) laag: 6,27%

  • Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) hoog: 7,63%

  • Whk-premie (Werkhervattingskas): 1,52%

  • ZW-premie: 0,56%

  • WGA-premie: 0,96%

  • kinderopvangtoeslag: 0,50%

  • Zvw-premie inkomensafhankelijke bijdrage normaal: 6,10%

  • Zvw-premie inkomensafhankelijke bijdrage verlaagd: 4,85%

Het maximumpremieloon werknemersverzekeringen en Zvw voor 2026 is € 79.409 per jaar.

De Belastingdienst heeft eind 2025 aan elke middelgrote en grote werkgever een beschikking gestuurd met de individueel gedifferentieerde premies en aan elke kleine werkgever een mededeling met de sectorale premies. Voor eigenrisicodragers zijn deze premies nihil.

De AWf-premie (premie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds) wordt in de praktijk WW-premie genoemd.

ww-premie 2026

Werkgevers betalen een lage WW-premie voor medewerkers met een vast contract (2,74%) en een hoge WW-premie voor medewerkers met een flexibel contract (7,74%). De WW-premie voor een vast contract is altijd 5% lager dan voor een flexmedewerker.

controle uwv

Op de loonstrook moet staan of je medewerker een vast of flexibel contract heeft. Zo kan UWV controleren of de WW-premie juist is toegepast.
> lees hier hoe de hoge en lage WW-premie precies werken

De Aof-premie die je als werkgever betaalt, financiert het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Hieruit worden de uitkeringen van volledig of langdurig zieke of arbeidsongeschikte werknemers betaald, zoals de IVA-, WAO-, WAZ-, Wazo-uitkeringen en een deel van de WGA- en ZW-uitkeringen (alleen de WIA-uitkeringen die langer dan tien jaar duren en ZW-uitkeringen van orgaandonoren, zwangere of net bevallen vrouwen en medewerkers die onder de no-riskpolis vallen). 

gedifferentieerde aof-premie 2026

Er geldt een gedifferentieerde Aof-premie: een lagere premie voor kleine werkgevers (6,27%) en een hogere premie voor (middel)grote werkgevers (7,63%).

De Whk-premie (Werkhervattingskas) is een gedifferentieerde premie die werkgevers betalen voor de kosten van Ziektewet- (ZW) en WGA-uitkeringen (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) van (oud-)werknemers.

gedifferentieerde whk-premie 2026

De gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk) is de som van:

  • de gedifferentieerde premie WGA (gemiddeld 0,96% in 2026)

  • de gedifferentieerde premie Ziektewet (gemiddeld 0,56% in 2026).

Als je ervoor kiest om eigenrisicodrager te worden voor de WGA of de Ziektewet, betaal je geen premie voor dat onderdeel. 

berekening hoogte whk-premie

De hoogte van de precieze Whk-premie die je als werkgever moet betalen, is afhankelijk van het aantal medewerkers dat in de ZW en WGA instroomt. Je krijgt daarvoor een beschikking van de Belastingdienst, maar je kunt de gedifferentieerde premie WGA en ZW ook zelf berekenen via de Premiewijzer van UWV. Deze toerekening vindt voor maximaal tien jaar plaats. UWV maakt de nieuwe premiepercentages voor de WGA en ZW half juli bekend. 

> bekijk hier de premiewijzer van uwv

Als werkgever kun je er ook voor kiezen om eigenrisicodrager te worden voor de WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) of de Ziektewet. Ben je voor een onderdeel eigenrisicodrager, dan betaal je daarvoor 0% premie. Je kunt ervoor kiezen om het financiële risico van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (WGA) of de Ziektewet zelf te dragen en je hiervoor bij een private verzekeraar te verzekeren. Je hoeft dan geen premie gedifferentieerde Werkhervattingskas (Whk) te betalen. 

Als eigenrisicodrager voor de WGA ben je tien jaar lang verantwoordelijk voor de WGA-uitkeringslasten en de re-integratie van je arbeidsongeschikte medewerkers en flexwerkers. De kosten van re-integratie (scholing, re-integratiebedrijf) komen dus ook voor jouw rekening.

Word je eigenrisicodrager voor de Ziektewet, dan betaal je zelf maximaal 104 weken de Ziektewetuitkering voor je (ex-)werknemers die daar bij ziekte recht op hebben. Daarnaast ben je verantwoordelijk voor de re-integratie tijdens de eerste twee jaar van ziekte. 

starten of stoppen met eigenrisicodragen

Wil je starten of stoppen als eigenrisicodrager, dan geef je dit door aan de Belastingdienst.  Dat moet je ten minste dertien weken voor 1 juli of voor 1 januari doen. Als je bijvoorbeeld vanaf 1 juli 2026 eigenrisicodrager wilt worden, dan moet je dit uiterlijk op 1 april 2026 doorgeven.

> kijk voor meer informatie over eigenrisicodragen op uwv.nl

Als werkgever moet je over het loon van je medewerkers de werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (Zvw) betalen. Je draagt de werkgeversheffing Zvw af via de aangifte loonheffingen.

Bij mensen die een uitkering hebben, betaalt de uitkeringsinstantie de werkgeversheffing en wordt de eigen bijdrage ingehouden op de uitkering.

zvw-premie 2026

In 2026 is de werkgeversheffing 6,10% van het bijdrage-inkomen (maximaal € 79.409). 

Werkgevers betalen voor hun bijdrage aan de kinderopvang een opslag op de premie sectorfonds over het totale loon van alle werknemers. Het maakt hierbij niet uit of werknemers kinderen hebben of niet. In 2026 gaat het om een opslag van 0,50% van het premieloon. De overheid verstrekt de werkgeversbijdrage vervolgens via de Belastingdienst aan ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag.