duur ziektewetuitkering
De ZW-uitkering duurt maximaal twee jaar (104 weken). Voor het bepalen van deze 104 weken worden ziekteperioden bij elkaar opgeteld die elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. Ook de ziekteperioden voor en na de zwangerschaps- en bevallingsuitkering worden samengeteld als de ziekteoorzaak voor en na het verlof hetzelfde is. De ZW-uitkering van AOW-gerechtigden duurt maximaal zes weken.
UWV betaalt meestal de ZW-uitkering uit. Ben je eigenrisicodrager, dan betaal je zelf de uitkering.
wachtdagen
Voor sommige verzekerden (zoals vangnetters) gelden twee wachtdagen voordat het ziekengeld ingaat.
eerstejaars ziektewet-beoordeling (ezwb)
Iemand die een ZW-uitkering ontvangt en die geen werkgever meer heeft, krijgt aan het einde van het eerste ziektejaar de zogeheten Eerstejaars Ziektewet-beoordeling (EZWB) van UWV. Als hieruit blijkt dat de betreffende persoon nog 65% of meer van zijn laatstverdiende inkomen kan verdienen, eindigt het recht op Ziektewetuitkering een maand later.
> meer informatie over de ezwb vind je hier
zw-beoordeling voor eigenrisicodragers
Ben je als werkgever eigenrisicodrager voor de Ziektewet, dan voert UWV na één jaar ziekte een beoordeling uit voor jouw ex-medewerker. Tijdens deze beoordeling bekijkt UWV:
Op basis hiervan beslist UWV of jij de Ziektewetuitkering moet doorbetalen of mag stoppen. De ZW-uitkering stopt als:
Als iemand binnen vier weken na het einde van de uitkering opnieuw ziek wordt, beoordeelt UWV opnieuw of er recht op een ZW-uitkering bestaat. Na het stoppen van de ZW-uitkering kan de ex-medewerker mogelijk een WW-uitkering of bijstandsuitkering aanvragen. Als werkgever ontvang je een kopie van de beslissing. Bezwaar maken is mogelijk.
langer dan twee jaar ziek
Is een medewerker na twee jaar nog steeds arbeidsongeschikt, dan kan hij uiterlijk elf weken voor het einde van de ZW-uitkering een WIA-aanvraag doen bij UWV.
> lees hier meer over de wia