wat is de wia?

Als je medewerker ziek wordt, moet je hem, als werkgever, de eerste twee jaar van zijn ziekte loon doorbetalen. Tijdens die periode moeten jullie samen alles doen om terugkeer naar werk mogelijk te maken. Lukt dat niet en is je medewerker meer dan 35% arbeidsongeschikt, dan kan hij een WIA-uitkering aanvragen.

soorten wia-uitkeringen

Er zijn twee soorten WIA-uitkeringen:

  • WGA: voor medewerkers die gedeeltelijk of tijdelijk volledig arbeidsongeschikt zijn

  • IVA: voor medewerkers die volledig én duurzaam arbeidsongeschikt zijn.

geen recht op wia-uitkering

Sommige werknemers hebben geen recht op WIA, bijvoorbeeld als zij nog 65% of meer van hun oude loon kunnen verdienen met passend werk. 

Lukt het niet om passend werk voor je medewerker in je eigen organisatie te vinden, dan zijn er na deze twee jaar arbeidsongeschiktheid ook mogelijkheden om het dienstverband te beëindigen.

aanvraag wia

Rond week 88 van de ziekteperiode krijgen jij als werkgever en je medewerker een brief van UWV over de aanvraag van de WIA-uitkering. Je medewerker moet de aanvraag uiterlijk in week 93 indienen. Hiervoor is het re-integratieverslag nodig. Jij moet hem hiervan de kopieën geven. 

beoordeling wia-aanvraag

UWV beoordeelt bij elke WIA-aanvraag of:

  • de medewerker arbeidsongeschikt is

  • jij als werkgever voldoende aan je re-integratieverplichtingen hebt voldaan.

Als dat niet zo is, kan UWV een loonsanctie opleggen.

wachttijd voor de wia

De wachttijd voordat de WIA-uitkering start, is 104 weken. Tijdens deze wachttijd moet je het loon doorbetalen. Je kunt samen met de medewerker besluiten deze wachttijd te verlengen als het re-integratietraject meer tijd nodig heeft. Daarvoor moet je een aanvraag bij UWV indienen.
> kijk hier voor meer informatie over het uitstellen van de wachttijd wia

recht op wga-uitkering

Je medewerker heeft recht op een WGA-uitkering (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) als hij na een ziekteperiode van twee jaar (104 weken):

  • volledig arbeidsongeschikt (80-100%) is, maar naar verwachting wel kan herstellen 
  • hij gedeeltelijk arbeidsgeschikt (35-80%) is, en niet in staat is om 65% of meer van zijn oude loon te verdienen door (ander) passend werk te doen.

Binnen de WGA zijn drie uitkeringssoorten: 

  • loongerelateerde uitkering
  • loonaanvullingsuitkering
  • vervolguitkering. 

Welke uitkering geldt en de duur en hoogte daarvan, hangen af van de mate van arbeidsongeschiktheid, het eerder verdiende en het huidige loon en het arbeidsverleden. 

> lees hier meer over de wga-uitkering

recht op iva-uitkering

Je medewerker heeft recht op een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) als hij nu en in de toekomst volledig arbeidsongeschikt is. De uitkering bedraagt 75% van het laatstverdiende loon, tot maximaal het maximumdagloon. 

De IVA-uitkering duurt zolang de medewerker volledig en duurzaam arbeidsongeschikt blijft, tot hij de AOW-leeftijd bereikt of in aanmerking komt voor een WGA-uitkering.

In de cao kan bepaald zijn dat de werkgever verplicht is om de IVA-uitkering gedurende een bepaalde periode aan te vullen. 

vervroegde iva-uitkering

In sommige gevallen kan de medewerker al na drie weken ziekte (en uiterlijk tot week 68 van de ziekteperiode) een vervroegde IVA-uitkering aanvragen. Dit kan alleen wanneer de bedrijfsarts aangeeft dat herstel niet waarschijnlijk is. 

Na toekenning van de vervroegde IVA-uitkering heb je als werkgever geen re-integratieverplichtingen meer. Wel moet je het loon tot 104 weken doorbetalen. De IVA-uitkering mag je daarop in mindering brengen. 

> kijk hier voor meer informatie over de vervroegde iva-uitkering

60-plusmaatregel WIA (2025–2027)

Tussen 1 september 2025 en 1 september 2027 geldt een vereenvoudigde WIA-beoordeling door UWV voor (ex-)medewerkers die aan het einde van de wachttijd voor de WIA 60 jaar of ouder zijn. Hierbij wordt in principe alleen een arbeidsdeskundige ingezet, maar een reguliere beoordeling door een bedrijfsarts blijft ook mogelijk.
> lees hier meer over de vereenvoudigde wia-beoordeling voor 60-plussers

UWV kan een loonsanctie opleggen wanneer jij als werkgever tijdens de ziekteperiode van 104 weken onvoldoende aan re-integratie hebt gedaan. Je moet het loon van je zieke medewerker dan maximaal een jaar langer doorbetalen. De beoordeling van de WIA-aanvraag wordt dan uitgesteld. 

er zijn twee soorten loonsancties:

  • administratieve sanctie: stukken van het re-integratieverslag ontbreken

  • inhoudelijke sanctie: de re-integratie is onvoldoende uitgevoerd.

Zodra je de tekortkomingen hebt hersteld, kun je om bekorting van de loonsanctie vragen.