Voor zwangere en pas bevallen medewerksters (tot zes maanden na de bevalling) gelden speciale regels voor de werktijden. In de Arbeidstijdenwet (ATW) staat dat je het werk voor hen zodanig moet inrichten dat rekening wordt gehouden met hun specifieke omstandigheden.

Op deze pagina

rechten zwangere en pas bevallen medewerksters

Vanaf 28 dagen voor de vermoedelijke bevallingsdatum tot 42 dagen na de bevalling mag deze medewerkster niet werken. Zij heeft dan recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof.

Medewerkers die zwanger of pas bevallen zijn, hebben tot zes maanden na de bevalling recht op:

  • regelmatige werk- en rusttijden (maximaal tien uur werk per dienst)

  • extra pauzes (maximaal 1/8 van de werktijd)

  • een geschikte, afsluitbare ruimte om te rusten of te kolven (met bed of rustbank)

  • regelmatig werk, dus geen overwerk en nachtdiensten

  • noodzakelijk zwangerschapsonderzoek onder werktijd 

Daarnaast mogen vrouwen tijdens de eerste negen maanden na de geboorte hun werk onderbreken voor het geven van borstvoeding of om te kolven. Je moet hiervoor een geschikte ruimte ter beschikking stellen. Je medewerkster mag maximaal een kwart van de arbeidstijd gebruiken om borstvoeding te geven of te kolven. Je bent verplicht deze tijd, net als de extra pauzes en de noodzakelijke zwangerschapsonderzoeken, door te betalen.

Uiteraard kun je ook andere afspraken maken, bijvoorbeeld door de werktijden van je medewerkster aan te passen of de mogelijkheid te bieden om gedeeltelijk thuis te gaan werken.

Meer informatie staat op Arboportaal.nl.

voorlichting geven

Ook vanuit de Arbowetgeving komen verplichtingen voort voor werkgevers van zwangere en pas bevallen medewerksters. Zo staat in het Arbeidsomstandighedenbesluit dat je - zodra je medewerkster je heeft laten weten dat zij zwanger is - haar voorlichting moet geven. Bijvoorbeeld over de arbeidsrisico’s en de maatregelen die je hebt getroffen, het recht op aanpassing van werk- en rusttijden, de beschikbaarheid van een rustruimte en - als ze na de bevalling aangeeft dat ze borstvoeding geeft - ook over de beschikbare kolfruimte. 

De arbodienst of bedrijfsarts kunnen je ondersteunen bij het geven van deze voorlichting.

gevaren wegnemen

Als werkgever moet je mogelijke gevaren voor je zwangere of pas bevallen medewerkster wegnemen, bijvoorbeeld met extra hulpmiddelen of door aanpassingen van haar werk of werkplek. Lukt dat niet, dan moet je haar tijdelijk een andere functie aanbieden of haar werktijden aanpassen. Is een andere functie niet voorhanden en brengt het eigen werk volgens de bedrijfsarts risico’s met zich mee, dan kan dat worden gezien als ziekte ten gevolge van zwangerschap en heeft zij mogelijk recht op een uitkering op grond van de Ziektewet. Deze uitkering moet je als werkgever aanvragen.

Op Arboportaal.nl staat veel informatie over het werken voor, tijdens en na de zwangerschap.