loonkostenvoordeel (lkv): besparen op loonkosten in 2026.

wat is loonkostenvoordeel (lkv)?

Het loonkostenvoordeel (LKV) is een financiële tegemoetkoming voor werkgevers die bepaalde groepen medewerkers in dienst nemen of houden. Het doel van het LKV is om de kansen op werk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te vergroten. Je krijgt het loonkostenvoordeel achteraf uitbetaald via de Belastingdienst. Dat gebeurt op basis van de gegevens in je aangifte loonheffingen. Voorwaarde is wel dat je medewerker tot een specifieke doelgroep behoort en dat je beschikt over een geldige doelgroepverklaring LKV.

In 2026 kun je alleen nog LKV krijgen voor een beperkt aantal doelgroepen. Het LKV voor oudere werknemers is afgeschaft. De overige LKVs zijn gericht op medewerkers met een arbeidsbeperking en op de banenafspraak.

> in het handboek loonheffingen vind je meer informatie over de lkv en de afdrachtverminderingen (hoofdstuk 26 en 27).

In 2026 zijn er drie typen LKV: 

• LKV arbeidsbeperkte werknemers

• LKV herplaatsen arbeidsbeperkte werknemers 

• LKV banenafspraak. 

De uitbetaling in 2026 heeft betrekking op medewerkers die in 2025 bij je in dienst waren en waarvoor je recht had op lkv.

lkv arbeidsbeperkte medewerkers

Neem je een medewerker met een arbeidsbeperking in dienst, of herplaats je deze medewerker binnen je organisatie, dan kun je recht hebben op LKV.

De tegemoetkoming bedraagt € 3,05 per verloond uur, met een maximum van € 6.000 per jaar.

• bij indiensttreding geldt het LKV maximaal drie jaar

• bij herplaatsing geldt het LKV maximaal één jaar.

> lees hier meer over de voorwaarden voor het lkv arbeidsbeperkte werknemers

lkv banenafspraak

Het LKV banenafspraak geldt vanaf 1 januari 2026 alleen nog voor medewerkers die zijn opgenomen in het doelgroepregister banenafspraak. De toevoeging ‘en scholingsbelemmerden’ is vervallen. Een belangrijke wijziging is dat dit LKV structureel is geworden. Zolang de medewerker in het doelgroepregister staat en bij je in dienst is, heb je recht op het LKV. Ook een volgende werkgever kan het LKV blijven toepassen. De tegemoetkoming bedraagt € 1,01 per verloond uur, met een maximum van € 2.000 per jaar.

> lees hier meer over het doelgroepregister banenafspraak

afschaffing lkv oudere werknemers

Per 1 januari 2026 kun je geen LKV oudere werknemers (56 jaar en ouder) meer krijgen voor medewerkers die op of na 1 januari 2024 bij jou in dienst zijn gekomen. 

Voor medewerkers die vóór 1 januari 2024 zijn gestart, blijft drie jaar lang het recht bestaan op € 3,05 per verloond uur. Dit betekent dat er ook in 2026 nog recht kan zijn op het LKV als de drie jaar nog niet verstreken zijn. Voor deze dienstverbanden vindt de laatste uitbetaling over 2026 plaats in 2027. 

Neem je een oudere werknemer in dienst? Controleer dan of je voor deze medewerker misschien ook recht hebt op het LKV voor arbeidsgehandicapte werknemers. Dit LKV wordt namelijk niet afgeschaft en zo kun je de afbouw van het LKV oudere werknemers opvangen.

aanvraag loonkostenvoordeel

Om een loonkostenvoordeel aan te vragen heb je een geldige doelgroepverklaring LKV van je medewerker nodig. Je medewerker moet deze doelgroepverklaring binnen drie maanden na indiensttreding aanvragen. 

Zonder doelgroepverklaring kun je geen LKV toepassen, ook niet met terugwerkende kracht. De verklaring levert je medewerker bij jou aan, waarna je het LKV toepast via de aangifte loonheffingen.

> kijk voor meer informatie over de aanvraag van de doelgroepverklaring lkv 

loondispensatie

Naast het loonkostenvoordeel kun je in sommige situaties gebruikmaken van loondispensatie. Met loondispensatie neemt UWV tijdelijk een deel van de loonkosten van je over. Dit maakt het makkelijker om iemand met een Wajong- of IVA-uitkering in dienst te nemen of te houden.

Je kunt loondispensatie aanvragen als:

• de medewerker een Wajong- of IVA-uitkering heeft

• de medewerker door ziekte of handicap minimaal drie maanden minder productief is dan collega’s in dezelfde functie.

De maximale duur van loondispensatie is twee jaar. Dit is een verruiming ten opzichte van de oude regels, waarbij een hogere productiviteitsdaling en een langere duur golden.

afdrachtvermindering loonbelasting

Naast loonkostenvoordelen bestaan er afdrachtverminderingen op de loonbelasting. Deze vallen onder de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen (WVA):

• speur- en ontwikkelingswerk (WBSO): deze afdrachtvermindering krijg je voor werknemers die speur- en ontwikkelingswerk (S&O) doen

• zeevaart: als je loon betaalt aan zeevarenden die werken op een schip dat aan bepaalde voorwaarden voldoet.

afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (wbso)

Met de WBSO (afdrachtvermindering speur‑ en ontwikkelingswerk) kun je als werkgever een deel van de (loon)kosten voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O) en S&O‑uitgaven verrekenen met de loonheffingen. Vanaf 2025 - en ook in 2026 - gelden verhoogde percentages en een verruimde eerste schijf:

• 36% van de S&O‑(loon)kosten tot € 391.020 (2025: € 380.000)

• 50% voor startende ondernemers over diezelfde eerste schijf

• 16% over S&O‑(loon)kosten boven € 391.020 (2025: € 380.000).

aanvraag wbso

Een WBSO‑project heeft altijd een minimale looptijd van drie maanden. Per kalenderjaar kun je meerdere keren een aanvraag indienen; de laatste aanvraag voor een jaar moet steeds voorafgaand aan de startperiode worden ingediend. De aanvraagkalender verschilt voor werkgevers met personeel en voor zelfstandigen.
> meer informatie over de wbso 2026 vind je op de website van de rvo