Met ingang van januari 2022 bestaat er voor uitzendkrachten meer werkzekerheid, een betere pensioenopbouw en minder verschil in loon tussen uitzendkrachten en vast personeel. Dat is het gevolg van aanpassingen in de CAO voor Uitzendkrachten. 

Per 1 juli 2023 is nog een aantal belangrijke zaken in de cao veranderd. Meer informatie daarover lees je hier.

Op deze pagina

cao-wijzigingen in ‘t kort

De nieuwe CAO voor Uitzendkrachten is begin januari 2022 op de volgende punten gewijzigd:

  • verkorting van fase A naar 52 gewerkte weken 

  • verkorting van fase B naar zes contracten in drie jaar

  • verkorting van de wachttermijn bij de pensioenregeling 

  • uitbreiding van de inlenersbeloning met eenmalige uitkeringen en thuiswerkvergoeding

  • bewuster en zorgvuldiger inschalen

  • meer zekerheid voor arbeidsmigranten

  • mogelijkheid om gebruik te maken van de regeling onwerkbaar weer

  • deelname van uitzendkrachten aan de private aanvulling voor het derde WW-jaar.

De meeste afspraken in de nieuwe cao gelden per 3 januari 2022. Hierop is een aantal uitzonderingen, zoals:

verkorting van fase A en B

In de CAO voor Uitzendkrachten is het fasensysteem vastgelegd. Dit is een systeem waarbij uitzendkrachten meer rechten en betere (ontslag)bescherming krijgen naarmate zij langer als uitzendkracht werken. Het fasensysteem bestaat uit drie fasen: A, B en C.

In de cao is fase A verkort tot 52 gewerkte weken (dat was: 78 gewerkte weken). Voor uitzendkrachten die vóór 3 januari 2022 zijn gestart gold tot 2 januari 2023 de termijn van maximaal 78 gewerkte weken. Uitzendkrachten die op 2 januari 2023 al 52 weken hadden gewerkt in fase A, stroomden - bij voortzetting van het dienstverband - op die datum in in fase B. Per 2 januari 2023 tellen ook weken waarin zij (doorbetaalde) vakantie opnemen, mee als gewerkte weken. 

Ook fase B is aangepast: in deze fase kunnen maximaal zes contracten in maximaal drie jaar worden gesloten (tot 3 januari 2022 was dit vier jaar). Voor uitzendkrachten die vóór 3 januari 2022 in fase B zijn gestart, gold tot 2 januari 2023 de termijn van maximaal vier jaar en/of maximaal zes contracten. Uitzendkrachten die op 2 januari 2023 al drie jaar of langer overeenkomsten in fase B hadden gehad, stroomden - bij voortzetting van het dienstverband - op die datum in in fase C. 

Aan fase C is niets veranderd.

inlenersbeloning 

Voor de inlenersbeloning gelden per 3 januari 2022 de volgende wijzigingen:

  • de inlenersbeloning is uitgebreid met een thuiswerkvergoeding (ongeacht of deze vrij van loonheffing en premies kan worden uitbetaald) en eenmalige uitkeringen, zoals een dertiende maand

  • algemene loonsverhogingen, die met terugwerkende kracht worden vastgesteld, gelden ook met terugwerkende kracht voor uitzendkrachten (voor zover ze nog werkzaam zijn bij die inlener)

  • bewuster en zorgvuldiger inschalen (schaal en positie in schaal), waarbij rekening wordt gehouden met relevante werkervaring bij aanvang van de werkzaamheden en bij terugkeer in dezelfde soort functie. 

Per 1 januari 2023 is de inlenersbeloning aangevuld met vaste eindejaarsuitkeringen.

Per 1 juli 2023 telt voortaan ook de werkervaring van de uitzendkracht mee bij de inschaling. Ook heeft de uitzendkracht recht op de periodieke verhogingen en alle toeslagen en kostenvergoedingen waarop de vaste medewerkers recht hebben. Kijk hier voor een overzicht van de aanpassingen per 1 juli 2023.

pensioen

Voor de pensioenregeling gelden van 1 januari 2022 tot 1 juli 2023 de volgende aanpassingen:

  • de uitzendkracht gaat na acht gewerkte weken pensioen opbouwen (voorheen was dat nog 26 weken). Vanaf het begin van de negende week geldt voor de duur van 52 weken de basisregeling gevolgd door de plusregeling

  • de grondslag waarover de uitzendkracht pensioen opbouwt, wordt verbreed. Dat betekent dat over meer loonelementen pensioen wordt opgebouwd: loon voor werknemersverzekeringen, vermeerderd met de pensioenpremie, verminderd met de fiscale bijtelling leaseauto, vermeerderd met het loon dat is uitgeruild voor vrije vergoedingen of verstrekkingen. 

Vanaf 1 juli 2023 geldt dat de wachttijd van acht weken in de pensioenregeling van StiPP vervalt

Vanaf 1 januari 2024 wordt de toetredingsleeftijd verlaagd van 21 jaar naar 18 jaar. Dit betekent dat medewerkers al vanaf 18 jaar pensioen gaan opbouwen.

Uitgebreide informatie over de wijzigingen in de pensioenregeling staat op Flexsecuritypensioen.nl.

arbeidsmigranten 

Ook de positie van arbeidsmigranten is verbeterd in de nieuwe cao. Arbeidsmigranten die geworven zijn in het buitenland krijgen de eerste keer dat zij aan het werk gaan in Nederland een inkomensgarantie ter hoogte van het voltijds minimum(jeugd)loon van ten minste twee maanden, ongeacht de contractduur en het aantal gewerkte weken. Daarnaast mogen zij na het einde van hun contract langer (tot vier weken) blijven wonen in de door de uitzendonderneming geregelde huisvesting. 

private invulling derde ww-jaar 

Uitzendkrachten nemen vanaf 1 augustus 2022 ook deel aan de private aanvulling van de WW en WGA, een regeling die inmiddels ook voor werknemers in veel andere sectoren geldt. De uitzendwerkgevers betalen de komende jaren de premie. 

Je kunt de CAO voor Uitzendkrachten downloaden van ABU.nl.