De industrie is een van de grootste werkgevers in Nederland. Eind 2023 telde de industrie bijna 800.000 werknemers. De metaal- en technologische industrie is met 39% van het aantal banen de grootste branche. De levensmiddelenindustrie is goed voor 18% van de werkgelegenheid, de chemische industrie voor 14% en de overige industrie voor 29%.
Met 42.000 inkomende sollicitaties per jaar en 26.500 plaatsingen bij 900 klanten positioneert Randstad zich als een grote HR-speler én opleider in de industrie. 

Randstad benoemde begin dit jaar vijf trends die werkgevend Nederland in 2024 niet mag missen: benut potentieel beter, AI als onmisbare tool, mentale gezondheid op de werkplek, focus op praktische beroepen en futureproof zijn door slimme strategie. We vroegen Jos of hij deze trends herkent.

trends in de industrie

Jos: ‘Ja, die herken ik zeker. Om het goed te duiden zoom ik eerst even uit naar het actuele producentenvertrouwen. We zien dat deze economische indicator begin 2024 iets minder negatief is. Het vertrouwen van producenten in de industrie ging van -5,7 eind 2023 naar -4,4 begin 2024. Fabrikanten in Nederland waren vooral minder negatief over de orderportefeuille (bron: RGN Marketing Intelligence).

Jos: ‘Het producentenvertrouwen geeft de stemming aan onder de ondernemers in de Nederlandse industrie. De indicator is samengesteld uit de verwachte bedrijvigheid in de komende drie maanden, het oordeel over de orderpositie en het oordeel over de voorraden gereed product. Een negatief vertrouwen betekent dat de industrie het best lastig heeft. Ondernemers in verschillende onderdelen van de sector zijn pessimistisch. Tegelijkertijd is het goede nieuws dat de daling in vertrouwen toch wel afgevlakt lijkt, en hier en daar zien we ook een voorzichtig teken van herstel.’

‘In actie komen is echt nodig wil je als werkgever in de Industrie de juiste mensen op het juiste moment in huis hebben.’

-Jos Brueker, directeur Industrie bij Randstad

 

Hoe denk jij dat dit komt, dit negatieve vertrouwen?

Jos: ‘Het is natuurlijk een heel gevarieerde bedrijfstak, maar hoog over zie ik wel overeenkomsten. Er is veel druk op operationele kosten en investeringen. De mondiale concurrentie zet alles flink onder druk. Alles moet sneller en goedkoper. De productiviteit moet omhoog en de foutgevoeligheid omlaag. Om dat bij te kunnen benen ontkomen fabrikanten niet aan het kiezen voor schaalvergroting, investeren in automatisering en procesinnovatie. Dit alles terwijl de winkel open blijft. Het zijn vaak producenten met een grote historie, die grote veranderingen moeten doorvoeren om relevant te blijven. Het is echt aanpoten.’

Francis: ‘De weerslag op personeel van de extreme druk is een groot zorgpunt. Ik kan het niet mooier maken. Er is aanhoudende schaarste, zowel in flexibel als in vast personeel. Er komt een enorme golf aan pensionering aan. Bij veel grote producenten werken oudere generaties al hun hele werkzame leven. Deze werknemers gaan in de komende jaren massaal uitstromen. In de chemische industrie is 29% van de werkenden momenteel 55+, en in de overige industrie is het met 28% niet veel anders. Dat is veel hoger dan gemiddeld (22%), met alle gevolgen van dien voor uitstroom en vervangingsvraag (bron: ROA).

Tegelijkertijd zie je dat de druk die bedrijven ondervinden in het voldoen aan eisen van klanten en de afhankelijkheid binnen de hele supply chain ook zijn tol eist aan de personele kant. De prioriteit ligt bij het behalen van de productiedoelstellingen en doorlooptijden en dan soms helaas minder bij de mens. Dit terwijl aandacht voor de mens wél extreem belangrijk is. Er wordt samengewerkt met 5 generaties én diverse nationaliteiten. In ploegendiensten en onder hoge druk. Dat vergt een gedegen personeelsbeleid en bewust aandacht voor en begeleiding van werknemers vanuit iedere leidinggevende.

Jos: ‘Ja, dat herken ik ook. Producenten moeten echt goed vooruit kijken om niet in de personele problemen te komen. Zowel voor hun vaste als hun flexibele schil. Ik wil benadrukken dat het ademen met de flexibele schil tegenwoordig meer vraagt van inlener, werknemer en werkgever. De schaarste zit ‘m niet alleen in het werven voor vast personeel maar ook in die van flexibel personeel. Steeds vaker is niet zozeer de vraag, maar de beschikbare arbeidscapaciteit het vertrekpunt voor planning. Niet fijn en geen wenselijke situatie - en dat is een understatement-  als je te kampen hebt met productiedruk, deadlines en kwaliteitsdoelstellingen.’

Francis vult aan: ‘De arbeidsmarkt is en blijft gespannen. Talent kan op veel plekken én binnen vele branches aan de slag. Zeker het type talent dat bedrijven in de Industrie zoeken. Wat ik zie is dat er een shift gaande is naar meer operator profielen, MBO3 en MBO4 om mee te kunnen met de automatiserings noodzaak. Dit moet je echt goed plannen en managen. Deze mensen zijn zeer gewild en dus schaars. Maar ook de meer traditionele functies, mensen die echt met hun handen kunnen werken, zitten in de lift. Ook de komende jaren blijft de markt krap tot extreem krap voor technici, grofweg alles op mbo-3 niveau of hoger. Dit wordt met name gedreven door enerzijds een hoge vervangingsgraad (vergrijzing) maar ook een structureel te lage instroom vanuit technische opleidingen. ’

advies aan werkgevers in de industrie

Jos: ‘Het is goed om te gaan voor een plan over meerdere assen. Ten eerste: Start met anders kijken naar talent. Zo noemen we dat bij Randstad. Kijk heel goed naar wat je al in huis hebt en ga daar zorgvuldig en met aandacht mee om. Wie is waar sterk in? Wie kan doorgroeien en wie moet je juist laten doen waar hij of zij goed in is? Bijvoorbeeld die operator functies. In plaats van extern werven kun je hiervoor ook intern opleiden. Denk daarbij aan loopbaanpaden die zowel voor je organisatie als voor de talenten veel op kunnen leveren. Zo creëer je je eigen talentpool. Hier hebben we al veel mooie voorbeelden van gezien. Belangrijk daarbij is een organisatiebrede visie en keuze waarbij directie, HR en Operatie er samen voor gaan. Dan krijg je de beste, meest duurzame resultaten.

Francis: ‘Maak daarnaast een plan voor de toekomst door strategisch te kijken naar je personeel. Wie heb je waar en wanneer nodig? Ga vervolgens vrijer om met je werving. Selecteer op basis van skills en competenties en help iemand zich verder te ontwikkelen. Kijk eens naar andere doelgroepen zoals statushouders of mensen die alleen parttime kunnen werken. Het vraagt aan werkgeverskant wat aanpassingsvermogen, maar ik zie hier echt heel mooie resultaten mee bij klanten.’

Jos: ‘Zeker. En wat ook belangrijk is, is blijven werken aan je werkgeversmerk. Zeker de wat oudere organisaties varen vaak nog op resultaten behaald in het verleden. Ze hebben van oudsher een sterke aantrekkingskracht, zeker in de regio. Er komt echter een totaal nieuwe generatie aan die weinig weet van hoe het werken in een fabriek eraan toe gaat. Een generatie die ook niet begrijpt dat de melk van koeien niet wit met zwarte stippen is. Gechargeerd natuurlijk, maar het is wel belangrijk om echt te laten zien dat het werken bij jou leuk is. 

Jongere generaties zoeken naar zingeving, autonomie, een goede balans. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat jouw beloftes goed passen bij iedere generatie. En om daar in je communicatie op in te spelen. Bijvoorbeeld met video's en op platformen waar de jongere generaties zich bevinden. Dit zie ik ook in de branche zelf ontstaan, organisaties gaan steeds meer samenwerken om de sector op de kaart te zetten. Door de hele keten heen; de branche is enorm afhankelijk van elkaar. Als er ergens gaten ontstaan in de keten ontstaat er elders een probleem. Dus er wordt in diverse regio's ook samengewerkt met scholen om jonge mensen te enthousiasmeren voor werken in de Industrie. Dat is namelijk veel leuker dan scholieren weten. En onbekend maakt nu eenmaal onbemind.’

Dus: benut je potentieel beter, kijk anders naar talent, zowel in als extern, en werk aan je werkgeversmerk. Is dat jullie oproep?

Jos: ‘Ja. Kom in actie! Dat is echt nodig wil je de juiste mensen op het juiste moment in huis hebben. En dan zou ik daar nog aan toe willen voegen dat je echt heel goed op je mensen moet letten én voor ze zorgen. En dat bedoel ik niet als in verzorgen, maar wel dat je echt aandacht hebt voor cultuur, onderlinge communicatie tussen al die generaties en vaak ook nationaliteiten. Werk is niet zomaar werk, als werkgever ben je ook verantwoordelijk voor het welzijn van je mensen. Bijvoorbeeld in ploegendiensten werken; dat is fysiek en mentaal ontzettend zwaar. Hoe zorg je er dan voor dat je mensen fit en vitaal blijven? Praat met ze, zie wat er gebeurt op de vloer. Verzorg bijvoorbeeld eens een taaltraining, niet alleen maar richting Nederlands, maar óók in andere talen. Dat geeft energie en plezier.’

Wil jij naar aanleiding van dit artikel doorpraten met Jos of een van zijn collega's? Neem dan contact op.