Als je je werk met plezier doet, krijg je er energie van. Maar voor een op de drie werknemers in Nederland voelt werk als een zware belasting. Soms zo erg dat ze last krijgen van psychische of fysieke klachten. Dat noemt de Arbowet psychosociale belasting: iets waar werkgevers én werknemers samen iets aan kunnen – en van de wet ook moeten – doen.

werkdruk vs. werkstress

Drukte op je werk is zeker niet hetzelfde als werkdruk. Druk zijn is op zichzelf prima; sommige mensen vinden dat zelfs fijn. Maar het gaat fout als de balans tussen de werkbelasting en de belastbaarheid van de werknemer verstoord raakt. Dan spreek je van werkdruk.  

Werkdruk kan ontstaan als je:

  • te weinig (of te veel!) tijd hebt om je werk te doen
  • werk doet dat niet aansluit bij je opleidingsniveau of werkervaring
  • te zware verantwoordelijkheden moet dragen
  • niet kunt voldoen aan (te) hoge kwaliteitseisen

Ook zaken als een conflict met je leidinggevende, een onduidelijke taakomschrijving of lastige klanten kunnen een rol spelen. Net als dingen die op het eerste oog niet direct met je werk te maken hebben, zoals problemen thuis of bepaalde karaktereigenschappen (zoals perfectionisme).

Langdurig verhoogde werkdruk kan leiden tot werkstress. Of zoals de Arbowet het omschrijft: 'een toestand die als negatief ervaren lichamelijke, psychische of sociale gevolgen heeft'.

wat zegt de wet?

Volgens de Arbowet moet de werkgever maatregelen nemen om werkdruk te voorkomen en te bestrijden. Ook zijn in veel cao’s afspraken gemaakt over werkdruk, bijvoorbeeld dat er een bepaalde minimale personeelsbezetting moet zijn. Maar de wet zegt ook dat van de werknemer mag worden verlangd dat hij zelf in de gaten houdt dat hij voldoende pauzeert, een goede planning maakt en overwerk zoveel mogelijk beperkt.

Dat klinkt gemakkelijker dan het is. Een goed advies is dus: schakel hulp in voor het te laat is.

1. wacht niet te lang

Merk je dat je werkdruk te hoog wordt? Vraag dan een gesprek aan met je leidinggevende. Stel het niet uit tot je volgende functioneringsgesprek.

2. kies een rustig moment uit

Plan de afspraak met je leidinggevende op een rustig moment, zodat jullie allebei de tijd hebben om naar elkaar te luisteren.

3. bereid je goed voor

Een goede voorbereiding is het halve werk. Bekijk zelf vast mogelijke oorzaken en welke maatregelen de situatie volgens jou zouden kunnen verbeteren.

4. zoek de samenwerking

Benader het probleem als een gezamenlijk probleem. Als jij je werk niet afkrijgt, is dat immers ook een probleem voor je werkgever. Maak duidelijk dat je een oplossing zoekt die voor iedereen werkt.

5. maak afspraken

Probeer met je leidinggevende concrete afspraken te maken: wat gaan we eraan doen, wie doet wat en wanneer? Spreek ook af dat jullie na een bepaalde periode samen bekijken of de situatie verbeterd is – en trek eerder aan de bel als dat nodig is.