Investeren in het opleiden van medewerkers kost geld. Er zijn verschillende regelingen waardoor je, als werkgever, een tegemoetkoming kunt krijgen in de kosten. Per 1 januari 2024 is het niet meer mogelijk om STAP-budget aan te vragen.

Op deze pagina

tip

In de Subsidiewijzer kun je zoeken naar de regelingen die voor jouw bedrijf gelden. Op Uitvoeringvanbeleidszw.nl vind je meer informatie over subsidies van het ministerie van SZW.

o&o-fonds: scholingsfonds van de brancheorganisatie

De meeste brancheorganisaties hebben hun eigen Opleidings- en Ontwikkelingsfonds (O&O-fonds), ook wel Scholingsfonds of Sectorfonds genoemd. Wil een medewerker een erkende opleiding volgen, dan hoef je als werkgever vaak niet (alles) zelf te betalen. De opleiding wordt dan betaald met scholingsgelden uit het opleidingsfonds van de brancheorganisatie. Natuurlijk moet ieder aangesloten bedrijf wel een jaarlijkse bijdrage storten. Vaak is dat een inhouding op het brutoloon van de medewerker plus een eigen bijdrage van de werkgever. De afspraken hierover worden gemaakt in de cao.

De mogelijkheden verschillen per branche. Het is daarom aan te raden contact op te nemen met het eigen O&O-fonds. Op Ooverzicht.nl staat een overzicht van erkende O&O-fondsen.

SLIM-regeling

Op basis van de Stimuleringsregeling voor Leren en ontwikkelen In Mkb-ondernemingen (SLIM) kunnen mkb-ers subsidie aanvragen voor verschillende activiteiten die met leren en ontwikkelen te maken hebben.  

De subsidie staat open voor drie doelgroepen:

  • individuele mkb-ondernemingen
  • samenwerkingsverbanden in het mkb
  • grootbedrijven uit de sectoren landbouw, horeca en recreatie.

De SLIM-subsidie kan aangevraagd worden voor de uitvoering van vier initiatieven:

  • de doorlichting van de onderneming, met als resultaat een opleidings- of ontwikkelplan

  • loopbaan- of ontwikkeladvies

  • de ontwikkeling en/of invoering van een methode die de leercultuur stimuleert

  • het bieden van praktijkleerplaatsen voor (delen van) een mbo-opleiding in de derde leerweg.

Van de totale kosten bedraagt de subsidie voor middelgrote organisaties (minder dan 250 medewerkers 60%. Voor kleine organisaties (minder dan 50 medewerkers) bedraagt de subsidie 80% van de kosten. De subsidie bedraagt maximaal € 25.000, met uitzondering van landbouwbedrijven. Deze kunnen maximaal € 20.000 subsidie aanvragen. Het totaal van de kosten moet minimaal € 5.000 zijn.  

Voor het creëren van een praktijkleerplaats geldt een vaste vergoeding van maximaal € 2.700 per gerealiseerde praktijkleerplaats. Voor opleidingskosten is geen subsidie mogelijk.

De tijdvakken waarin de subsidies in 2024 kunnen worden aangevraagd zijn:

  • 1 maart tot en met 28 maart voor individuele mkb-ondernemers

  • 3 juni tot en met 31 juli voor samenwerkingsverbanden en grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector

  • 2 september tot en met 30 september voor individuele mkb-ondernemers.

Lees er meer over op ons Kenniscentrum of op SlimWerkgeven.nl.

subsidieregeling praktijkleren

De subsidieregeling praktijkleren moet werkgevers stimuleren om praktijkleerplaatsen en leerwerkplaatsen aan te bieden. De subsidie biedt een tegemoetkoming van maximaal € 2.700 voor de kosten die de werkgever maakt voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student. Ook is de subsidie een tegemoetkoming in de loon- of begeleidingskosten van een promovendus of technologisch ontwerper in opleiding (toio). Werkgevers kunnen voor de volgende medewerkers subsidie aanvragen:

  • vmbo-leerlingen, die de basisberoepsgerichte leerweg (bbl) volgen, ingericht als een leerwerktraject of entreeopleiding

  • mbo-studenten die de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) volgen

  • hbo-studenten die een duaal- of deeltijdopleiding volgen in de techniek, landbouw en natuurlijke omgeving, gezondheidszorg of gedrag en maatschappij

  • promovendi en technologisch ontwerpers in opleiding (toio’s)

  • leerlingen in het laatste schooljaar van het voortgezet speciaal onderwijs (vso)

  • leerlingen in het laatste schooljaar van het praktijkonderwijs (pro).

Er geldt een aantal voorwaarden om in aanmerking te komen voor de subsidie. Deze kunnen verschillen per onderwijscategorie. Sommige sectoren, zoals de landbouw, horeca en recreatie, komen in aanmerking voor een extra subsidiebedrag.

Werkgevers kunnen de subsidie aan het eind van een school- of studiejaar aanvragen, na afloop van de begeleiding. Voor het studiejaar 2023-2024 betekent dit dat de aanvraag tussen 3 juni en 17 september 2024 ingediend moet worden. Op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland staat meer informatie over de regeling.  

subsidie praktijkleren in de derde leerweg

Werkgevers, die studenten begeleiden die een mbo-opleiding in de derde leerweg volgen, kunnen een beroep doen op de Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg. De subsidie is een tegemoetkoming in de kosten van maximaal € 2.700 die een erkend leerbedrijf maakt voor het begeleiden bij de beroepspraktijkvorming. Een van de voorwaarden is dat het gaat om kortlopende bij- en omscholing van een werkzoekende of een werkende die werkloos dreigt te worden.

De duur van de opleiding waarvoor een erkend leerbedrijf een vergoeding kan ontvangen is maximaal veertig weken vanaf de startdatum die is opgenomen in de praktijkovereenkomst. Als de praktijkplaats of de begeleiding korter dan veertig weken duurt, wordt de subsidie naar verhouding bijgesteld.

Werkgevers kunnen gedurende vijf aanvraagrondes bij de RVO een aanvraag indienen. Op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland staat meer informatie over de regeling.