Dus je dacht dat de tomaten voor de soep, de salade en de pasta vanzelf groeien? Mis. Wetenschap en technologie hebben bezit genomen van de tomatenteelt in Westland. Voeding, licht, temperatuur, ziektebestrijding, álles in het groeiproces wordt maximaal digitaal gemeten en geregeld. ‘Met technologie creëer ik ideale omstandigheden voor het ontstaan van de beste vorm, kleur, geur en smaak’, zegt Roel de Bakker, teler van trostomaten. Maar: de hand van de tuinder – noem het ‘gut feeling’ – blijft beslissend voor de ideale tomaat.

Roel runt met zijn broer Bart tomatenbedrijf De Bakker Westland. Bart en Roel zijn lid van Telersvereniging Prominent in De Lier. In hun kas van 60.000 vierkante meter in Kwintsheul bij Den Haag staan 225.000 planten, samen goed voor jaarlijks meer dan 37 miljoen trostomaten. De 5.000 hommels die in de kas vliegen, bestuiven wekelijks ruim 1 miljoen bloemetjes. 

Alles staat hier in het teken van het creëren van optimale groei-omstandigheden voor de lekkerste trostomaatjes. Als Roel de Bakker ons op het bedrijf voorgaat naar de kas, bekijken collega-telers van Prominent Tomaten in de kas een demonstratie van zaadveredelaar Nunhems Zaden (Bayer). Opvallend: de grootste aandacht gaat uit naar nieuwe rassen en varianten met verfijnde smaak, bite en uiterlijk. ‘Er is veel veranderd in Westland, sinds critici de Nederlandse tomaat in de jaren negentig het etiket ‘waterbommetje’ gaven’, vertelt Roel. 
‘Zaadbedrijven hebben met hun R&D fantastische nieuwe soorten en varianten ontwikkeld waarmee telers trostomaten kunnen kweken die de consument vraagt. Deze technologie staat aan de basis van de tientallen bijzondere soorten in het groentenschap. Ik telde pas in de supermarkt zo’n twintig soorten, van roma- tot cherry- pruim-, cocktail- en honingtomaatjes - zo veel keus is er nog nooit geweest.’

zes maal high-tech in de kas

Wat bij de high-tech ontwikkeling van nieuwe soort en zaden begint, krijgt een vervolg in de kas. Er zijn wel 6 aspecten waar technologie een grote rol speelt.

  1. nieuwe soorten:
    De met moderne R&D-technieken ontwikkelde soorten, groeien aan planten waarvan een tuinder een jaar lang trostomaten kan knippen, van betere kwaliteit. Planten van wel negen meter hoog kunnen met een ingenieus draadsysteem op oogsthoogte worden gebracht.
     
  2. voedingsbodem:
    Tomatenplanten staan niet meer in de volle grond maar veelal in substraatblokken, voorheen vooral van steenwol, maar tegenwoordig steeds vaker van biologische turf- en kokosvezel. ‘Met substraat kan ik toediening van water en voeding optimaal sturen. Ook kan ik het ontstaan van ziekten beter voorkomen.’
     
  3. voeding:
    Welke mestbestanddelen zoals stikstof, calcium natrium en magnesium heeft de plant nodig om gezonde tomaten voort te brengen? ‘We nemen om de week watermonsters uit de wortels die in het lab worden onderzocht; daarbij wordt ook gekeken naar het zout- en zuurgehalte. We regelen de dosering van de voeding aan de hand van de behoefte van de planten.’ 
     
  4. bestuiving:
    De bestuiving van de bloemen van de tomatenplant was lange tijd een arbeidsintensief proces. Dat veranderde door de ontwikkeling van hommelvolken specifiek voor de tomatenteelt door gespecialiseerde bedrijven als Koppert Biological Systems in Berkel en Rodenrijs. ‘Het is net plug & play: de leverancier brengt dozen met een volk inclusief koningen, compleet met voedsel en al. Klepje open en de hommels gaan hun werk doen. Met het stuifmeel uit de tomatenplanten bouwen ze hun nest.’ Overigens leveren gespecialiseerde biotechbedrijven als Koppert ook de insecten waarmee ziekten en plagen in de kas worden bestreden.
     
  5. licht:
    Licht is een cruciale groeibeïnvloeder. Om ook in de winter goede tomaten van eigen bodem te kunnen leveren, benutten telers speciale groeilampen. De ontwikkeling daarvan staat niet stil: de nieuwste LED-lampen geven een hogere lichtintensiteit. De nieuwste experimenten gaan uit van toediening van verschillende doses van de verschillende lichtbestanddelen.
     
  6. temperatuur:
    De temperatuur wordt overal in de kas met sensoren gemeten. De sturing van de temperatuur luistert nogal nauw. ‘Lagere of hogere temperaturen: het heeft allemaal z’n invloed op groei en opname van voeding – en daarmee op smaak’, zegt Roel de Bakker met een blik op de beeldschermen die in de loop van de dag trends tonen.

‘De elektriciteit voor het licht is kostbaar, maar daar zijn met veel vindingrijkheid oplossingen voor gevonden. Zo beschikt vrijwel elk bedrijf over een warmte-krachtkoppeling installatie voor het gelijktijdig opwekken van warmte en kracht of elektriciteit. De warmte die daarbij vrijkomt gaat niet verloren maar wordt lokaal nuttig gebruikt voor het verwarmen van de kas.’ Dankzij de WKK-systemen levert de teler een deel van de stroom terug aan het energiebedrijf. Over vernuftig (her)gebruik gesproken: voor de groei van de tomaten bij dag is onder meer Co2 nodig. Via een pijpleiding uit de Rijnmond wordt daar geproduceerde Co2 onder druk naar het Westland gevoerd en nuttig toegepast in de kassen.’

opleidingsniveau medewerkers

Al die high-tech vraagt nogal wat van de circa 25 medewerkers die hier op piekdagen werken, waaronder een groot aantal flexwerkers en loonwerkers. ‘Het gemiddelde opleidingsniveau is hier flink omhoog gegaan. Waar vroeger lagere en middelbare tuinbouwschool voldeden om dit beroep uit te oefenen, vergt het managen van de grotere tomatenbedrijven van nu toch MBO- en HBO-skills. ‘Ook tref je bij grotere tomatenkwekerijen soms teeltmanagers aan met een universitaire opleiding, bijvoorbeeld uit Wageningen. Ook van algemeen en financieel management wordt veel meer verwacht; de omvangrijke investeringen kunnen alleen gedragen worden door bedrijven met enige schaal en omvang, die samenwerken in telersorganisaties als Prominent.’
De tomatenteelt vergt oog voor detail op veel meer terreinen. Roel: ‘De tuinder van vroeger was een zwoeger, die van vandaag een manager. De technologie maakt veel dingen makkelijker, maar ook complexer. Bijna elke belangrijke variabele in het kweken van de ideale tomaat is te sturen!’

het fijne gevoel

Daarbij blijft één opvallende pijler overeind: het fijne gevoel van de teler. Zoals een wijnmaker de momenten kiest in het fermenteringsproces van druiven en zoals een kaasmaker de temperatuurschommelingen in de rijping van oude kaas fijn aanstuurt, zo heeft de teler ook zijn keuzemomenten. ‘Wij sturen het proces, bijvoorbeeld door de keuze van wat wij de ‘koudeval’ noemen: door zorgvuldig het moment te kiezen voor een koude-injectie door het openen van de dakramen in de kas, beïnvloeden wij de doorstroom van vocht vanuit de wortels naar de tomaten. Zo zijn er wel meer cruciale procesmomentjes die we zelf kiezen – ondersteund door wat we meten en zien. We kijken de hele dag mee met de systemen, maar ook naar de scherpte van de zon, de windsterkte en meer factoren. Ze bepalen het verschil tussen het kweken van een tomaat die gewoon lekker of die ronduit verrukkelijk is!’