Nog nooit liepen er zoveel verschillende leeftijdsgroepen rond op de werkvloer. Terwijl de pensioenleeftijd steeds verder opschuift, zetten de digital natives hun eerste stappen op de arbeidsmarkt - en dat betekent dat medewerkers van pakweg 17 tot 70 jaar met elkaar samenwerken. Om (toekomstige) medewerkers uit al die verschillende leeftijdsgroepen met succes aan je organisatie te verbinden, moet je weten wat hen drijft, wat ze belangrijk vinden in hun werk en wat ze van jou, als werkgever, verwachten. Dat kan namelijk voor iedere generatie verschillend zijn.

verschillen tussen generaties

Een generatie is een groep mensen die in hetzelfde tijdvak (meestal vijftien jaar) geboren is en opgroeit in het sociaal-economische klimaat, het maatschappelijke en politieke systeem en de tijdgeest die bij die periode horen. Dat betekent niet alleen dat elke generatie een andere ontwikkeling doormaakt, maar ook dat iedere generatie verschillende opvattingen over waarden, normen en levensstijl kan hebben. Dit zie je ook terug in organisaties  waar mensen van verschillende leeftijden met elkaar samenwerken.

5 generaties

  • babyboomers (geboren tussen 1940 en 1955)

    Deze generatie is geboren tijdens of net na de Tweede Wereldoorlog en is nu (2022) tussen de 81 en 66 jaar oud. Door de geboortegolf na de oorlog (vandaar de naam ‘babyboomers’) is dit een grote groep mensen - ook nu nog, in de seniorfase. Ze zijn opgegroeid in een tijd van wederopbouw, grote welvaartsstijging en snelle technologische ontwikkelingen. 

    Maar de babyboomers zorgden zelf ook voor veel maatschappelijke vernieuwing, met name door hun strijd voor zelfontplooiing, een vrije moraal en eigen keuzes - denk aan de veelbewogen sixties en seventies en de vrouwenemancipatie. Ze worden daarom ook wel ‘de protestgeneratie’ genoemd. Babyboomers kunnen goed voor zichzelf zorgen en gaan niet zomaar mee in (veronderstelde) collectieve belangen en besluiten. Ze protesteren als ze het ergens niet mee eens zijn en komen op voor individuele belangen. 

    Deze generatie is nu grotendeels met pensioen. Maar de nog (door)werkende babyboomers hebben de behoefte om mee te doen en mee te tellen. Zij willen hun kennis graag delen, ervaringen overdragen en hun vakmanschap doorgeven aan de volgende generaties. Als werkgever biedt dit je de kans om kennisoverdracht in je organisatie te waarborgen.

  • generatie x (geboren tussen 1956 en 1970)

    Generatie X is de meest omvangrijke generatie in ons land, maar toch is deze generatie een stuk minder uitgesproken dan de voorgaande (de babyboomers). Ze zijn opgegroeid tijdens een economische crisis, met massale jeugdwerkloosheid als gevolg en worden daarom ook wel de ‘verloren generatie’ genoemd. Onterecht, want door hard te werken, zich snel en soepel aan situaties aan te passen en creatief te zijn in het vinden van oplossingen is het helemaal goed gekomen met deze generatie. Zij zijn nu de senioren op de werkvloer, veelal in leidinggevende posities of expertrollen.

    Generatie X staat ook wel bekend als de generatie van de verbinders. In tegenstelling tot de babyboomers, die streden voor hun eigen vrijheid, zoekt deze generatie naar de verbinding van mensen, groepen, meningen en culturen. Op de werkvloer komt die wens duidelijk naar voren: het proces en de consensus zijn belangrijk, diversiteit wordt omarmd en zelfinitiatief en bijscholing van medewerkers wordt gestimuleerd. Groei en successen van de organisatie zijn, aldus deze generatie, belangrijk en het resultaat van een gezamenlijke en gedeelde aanpak. 

    Privé zijn de generatie X’ers - de ouders van de, nu volwassen, generatie Y - intensief bezig met hun (klein)kinderen en de zorg voor hun ouders. Daarom vinden zij een goede werk-privébalans belangrijk.

  • de xennials (geboren tussen 1971 en 1985)

    Deze generatie bestaat grotendeel uit de kinderen van de babyboomers (de protestgeneratie), die er een vrije opvoedingsstijl zonder veel dwang en verplichtingen op nahielden. Door al die vrijheid leerde deze generatie al jong om zelf keuzes te maken en een eigen leefwereld op te bouwen, waarin ‘jezelf zijn’ en ‘je eigen ding doen’ belangrijk zijn.

    Deze generatie - ook wel ‘de pragmatische generatie’ genoemd -  groeide op na 1970 en werd volwassen in een samenleving waarin de ene crisis de andere opvolgde en situaties snel en vaak wijzigden. Dat zou de verklaring kunnen zijn voor het feit dat mensen uit deze generatie elke verandering als normaal of zelfs uitdagend beschouwen - als een nieuwe kans om creativiteit te tonen. De focus op ‘je eigen ding doen’ uit hun opvoeding, weerspiegelt zich in eigenschappen als zelfredzaamheid, zelfvertrouwen en het vermogen tot zelfreflectie. Hun visie op werk wordt gekenmerkt door ‘omhoogklimmen’: verticale doorgroei, promotie maken en meer geld verdienen. 

    De xennials/pragmaten zitten in ‘het spitsuur’ van hun leven: gezin, carrière en vrije tijd strijden om voorrang. Duidelijk is dat ze minder belang hechten aan verbondenheid en collectiviteit dan voorgaande generaties: zij maken eerder de keuze voor zichzelf. Het is ook de eerste generatie die leeft naar het motto ‘werk is belangrijk, maar levensgeluk nog belangrijker’.

  • generatie y (geboren tussen 1986 en 2000)

    Generatie Y - ofwel: ‘de millennials’ - wordt vaak gezien als een grenzeloze generatie. De millennials zijn opgegroeid in grote welvaart, het informatietijdperk en een sterk individualistische maatschappij, met de focus op persoonlijke groei en ontplooiing. Ze kregen veel aandacht van hun ouders, vaak ook met de boodschap: ‘volg je hart en ga op zoek naar je passie, dan is alles mogelijk’. 

    Maar lang niet alle millennials kunnen voldoen aan de hoge verwachtingen die ze zelf van hun toekomst hebben gecreëerd en hebben moeite zich staande houden in de complexiteit van keuzes. Ook hebben ze last van de impact die 9/11 op de wereld had en de financiële crisis, die daarop volgde en voor veel van hen een lastige start op de arbeidsmarkt betekende. 

    Millennials zijn vaak zeer ambitieuze medewerkers, bij wie zelfontplooiing, samenwerken en zingeving hoog in het vaandel staan. Ze willen het verschil maken door wat ze doen en voldoening halen uit hun werk. Bevestiging, erkenning en waardering vinden ze belangrijk, en dan niet alleen van hun leidinggevende maar ook (en soms met name) van hun generatiegenoten.

  • generatie z (geboren tussen 2001 en 2015)

    Generatie Z is de eerste generatie die zich geen leven meer zonder internet kan voorstellen. Deze generatie is opgegroeid met de telefoon en tablet in de hand, wat ze echte ‘digital natives’ maakt: ze communiceren net zo snel en makkelijk met hun buurman als met iemand aan de andere kant van de wereld. Een nieuwe baan vinden via Instagram of Facebook of nieuwe skills leren via social media is de normaalste zaak van de wereld. 

    Deze jongste generatie medewerkers is kieskeuriger dan ooit in de keuze voor een werkgever. Het werk moet aansluiten bij hun persoonlijke drijfveren en identiteit, en als het niet bevalt is een overstap naar een andere werkgever zo gemaakt. Deze post-millennials zijn op zoek naar uitdagingen en prikkels, in een omgeving die respect toont en erkenning biedt maar waarin ze ook veel kunnen leren én zichzelf voortdurend kunnen blijven ontwikkelen. Tegelijkertijd vinden ze een juiste balans tussen werk en de rest van hun leven belangrijk, net als een goede financiële beloning voor het werk dat ze doen. Meer nog dan hun voorgangers, de millennials, vinden ze werkgeluk belangrijk

    Generatie Z kijkt anders naar werk dan andere generaties. Het is de vraag of bedrijven zich in de toekomst zullen aanpassen aan de wensen van de jongste generatie op de arbeidsmarkt, of dat ‘gen Z’ zich uiteindelijk toch aanpast aan het bedrijfsleven. Voor nu geldt in elk geval: als je deze medewerkers wat bewegingsruimte biedt om hun werkgeluk vorm te geven, vergroot je de kans dat ze voor jou als werkgever kiezen.