In het Belastingplan 2020 staan alle plannen van het kabinet met betrekking tot de belastingen in Nederland. Bij het Belastingplan biedt het kabinet ook een aantal wetsvoorstellen aan de Tweede Kamer aan. Deze vormen samen het pakket Belastingplan 2020. Deze voorstellen zijn:
hogere onbelaste vergoedingen in de wkr
De werkkostenregeling (WKR) wordt verruimd. Op dit moment mag je tot 1,2% van het totale fiscale loon (de loonsom van alle medewerkers samen) onbelast vergoeden of verstrekken. Dit is de vrije ruimte.
Vanaf 2020 wordt deze vrije ruimte verhoogd naar 1,7% voor de eerste € 400.000 van de totale loonsom (totaal maximaal € 6.800). Voor het bedrag boven € 400.000 blijft het percentage van 1,2% gelden. Ook komen er vergoedingen voor verklaringen omtrent gedrag (VOG) niet meer ten laste van de vrije ruimte en vallen deze onder de gerichte vrijstellingen in de WKR.
box 1
De belastingheffing over het inkomen uit werk en woning (box 1) kent in 2019 nog een tariefstructuur met drie schijven.
- In 2020 zijn er nog twee schijven. Het tarief tot een inkomen van € 68.507 is 37,35%. Voor het deel van het inkomen boven de € 68.507 is het tarief 49,50%.
- In 2021 wordt het tarief 37,10% voor een inkomen tot € 68.507. Voor het deel van het inkomen boven de € 68.507 is het tarief 49,50%. Voor AOW-gerechtigden gelden lagere tarieven.
De arbeidskorting gaat extra omhoog, en hierdoor gaan werknemers en zelfstandigen met een inkomen tussen de € 10.000 en € 98.000 per jaar erop vooruit. De verhoging zorgt er ook voor dat de keuze om meer te gaan werken nog aantrekkelijker wordt voor inkomens tussen de € 20.000 en 35.000. Daarnaast neemt door een verhoging van de algemene heffingskorting het besteedbaar inkomen toe. Dit geldt voor mensen met een inkomen tot € 68.507 per jaar.
box 2
In box 2 wordt het inkomen uit aanmerkelijk belang belast. Iemand heeft een aanmerkelijk belang als hij minimaal 5% van de aandelen van een vennootschap bezit. Het tarief gaat in 2020 van 25% naar 26,25%, en in 2021 naar 26,90%.
box 3
Het kabinet heeft aangekondigd de heffing in box 3 (de zogeheten vermogensbelasting) ingrijpend aan te gaan passen. Vanaf 2022 wordt rekening gehouden met de werkelijke verdeling tussen spaartegoeden en beleggingen. Over de spaartegoeden wordt vervolgens een rendement gerekend dat zoveel mogelijk aansluit bij de werkelijke rente. De wijziging betekent dat over spaartegoeden tot ongeveer € 440.000 geen belasting meer verschuldigd is. Het wetsvoorstel is overigens nog niet klaar. De verwachting is dat dit voor de zomer van 2020 bij de Tweede Kamer wordt ingediend.
fiets van de zaak
Er komen nieuwe fiscale regels voor het privégebruik van de fiets van de zaak. Nu is een kilometerregistratie nog verplicht als een werknemer zijn bedrijfsfiets privé gebruikt. Vanaf 2020 komt hier een forfaitaire bijtelling voor in de plaats, namelijk van 7% van de consumentenadviesprijs. Deze regels sluiten aan op die van de auto van de zaak. Kilometers bijhouden is dan niet meer nodig.
Het maakt niet uit wat voor soort fiets de werkgever ter beschikking stelt aan de werknemer. Voor alle soorten fietsen gaat hetzelfde bijtellingstarief van 7% van de aanschafprijs gelden. Deze nieuwe regels staan overigens niet in het Belastingplan 2020, maar zijn al eerder bekendgemaakt.
auto van de zaak
Vanaf 2020 stijgt de bijtelling voor elektrische auto's van de zaak, al blijft deze lager dan de 22% voor benzine- of dieselauto's. De bijtelling voor een elektrische auto van de zaak gaat tot en met 2026 stapsgewijs omhoog tot 22% over de catalogusprijs. In 2020 wordt de bijtelling 8% tot een catalogusprijs van € 45.000 en 22% daarboven.
Er geldt geen motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s tot 2025. Tot en met 2024 is de korting 100%, in 2025 is de korting 75% en vanaf 2026 is de korting 0%. Ook hoeft men tot 2025 geen aanschafbelasting (bpm) voor elektrische auto’s te betalen. Tot en met 2024 is de bpm voor elektrische auto's € 0, vanaf 2025 wordt dat € 360.
Eigenaren van plug-in hybrides krijgen tot 2026 korting op de motorrijtuigenbelasting. Tot en met 2024 is de korting 50%, in 2025 is de korting 25% korting en vanaf 2026 is de korting 0%.
afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven
De fiscale aftrek voor scholingsuitgaven in de inkomstenbelasting wordt in de toekomst afgeschaft en vervangen door het zogeheten STAP-budget (Stimulans Arbeidsmarktpositie). Met dit budget kunnen mensen per jaar aanspraak maken op een persoonlijk ontwikkelbudget van € 1.000 tot € 2.000. De inwerkingtredingsdatum van de subsidieregeling is niet bekend.
versobering lage-inkomensvoordelen
Vanaf 2020 worden het lage-inkomensvoordeel (LIV) en het jeugd-LIV versoberd. Het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd-LIV) wordt met ingang van 2020 gehalveerd en met ingang van 2024 afgeschaft. Het hoge tarief van het lage-inkomensvoordeel (LIV) wordt met ingang van 2020 gehalveerd van maximaal € 2.000 naar maximaal € 1.000 per jaar (€ 0,51 per uur).